Ondernemend en Socialmedia

Apothekersassistent en sociale media
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ondernemend in de apotheekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Apothekersassistent en sociale media

Slide 1 - Tekstslide

Social media is een verzamelnaam voor alle gebruiksvormen van internet om interactief  en/of online informatie vanuit persoonlijke of professioneel oogpunt te delen via tekst, 
beeld, bijvoorbeeld Facebook, Twitter en LinkedIn, evenals besloten digitale platforms van  bijvoorbeeld een organisatie of een beroepsgroep.
Aanbevelingen.
1: Benut kansen van Social media.
2:Garandeer vertrouwelijkheid.
3:Wordt geen vrienden met de zorgconsumenten.
4:Onderscheid wat openbaar is en privé.
5:Toon respect.
6: Ben je bewust van de reikwijdte van een bericht op SM
7:Volg de gedragsregels van je werkgever (ook email en internet).
8: Welke aanbevelingen missen we nog volgens jullie?

Slide 2 - Tekstslide

8: Wees je ervan bewust dat (toekomstige) werkgevers toegang hebben tot de informatie  die je online hebt staan. Onprofessioneel gedrag in Social media kan tot gevolg hebben dat 
je werkgever disciplinaire maat- regelen treft.

dit alles komt uit de beroepscode AA

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een beroepsgeheim bestaat uit een...?
A
Zwijgplicht
B
Verschoningsrecht
C
beide
D
geen van beide

Slide 4 - Quizvraag


Het medisch beroepsgeheim bestaat uit een zwijgplicht en een verschoningsrecht. De zwijgplicht
verplicht de hulpverlener om te zwijgen over alles wat hem door de patiënt is toevertrouwd. Het
gaat dus niet alleen om medische gegevens, maar ook om andere informatie die in de relatie
tussen hulpverlener en de patiënt naar voren komt. De hulpverlener verstrekt daarom aan anderen  dan de patiënt geen gegevens over de patiënt. Zelfs met toestemming van de patiënt is de hulpverlener niet verplicht om te spreken.
Verschoningsrecht:  Het verschoningsrecht is het recht waarop een beroepsbeoefenaar met een medisch
beroepsgeheim zich kan beroepen om niet te hoeven spreken tegenover de rechter, wanneer hij is
opgeroepen om als getuige te verschijnen, of tegenover de politie of justitie wanneer deze hem
vorderen gegevens of inlichtingen te verstrekken, 
Presenteer je zelf aan de balie
Als  apothekersassistente werk je dagelijks aan de balie en sta je patiënten te woord Hoe doe je dat.   

Slide 5 - Tekstslide

Kennisdoel: Informatie ontvangen en geven over zelfzorgvragen medicatie etc.

Houdingsdoel: de klant een positief beeld van de apotheek geven. laat zien welke zorg klanten van een apotheek kunnen verwachten

Gedragsdoel: pro actief aanbieden van diensten. 

Al deze doelen dragen bij aan een positief imago van de apotheek.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tekst

aanloopfase 





themafase 








themafase




slotfase 

Slide 7 - Tekstslide

Aanloopfase: begroeting 

Thema fase: waarmee kan ik u helpen luister actief en vraag door.  tot je weet wat de wensen zijn.

als het wachten langer mocht duren meldt dit aan de patiënt  Bied je excuus aan als het langer duurt dan normaal. 

Slotfase: Sluit op een vriendelijke manier af met een glimlach. Blijf staan tot de klant vertrokken is. 
Duidelijke manier van informatie verstrekken 

Slide 8 - Tekstslide

Correct: handelen en voldoende kennis hebben om alles in goede banen te kunnen begeleiden

Compleet: informatie moet compleet zijn

Concreet: doormiddel van je woordkeus geloofwaardig overkomen en klantgericht

Conceptueel: beeldend: door het zo uit te leggen dat de ander het voor zich ziet is het beter te begrijpen.
Wat betekent anticiperen?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

In een baliegesprek betekent dit dat je al vroeg kunt inschatten patiënt wil.
dus goed luisteren naar de ander is van groot belang.
Wat zijn de 3 fasen van een structuur gesprek

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de vier C's voor
A
correct, compleet, concreet, conceptueel
B
correct, compleet, conceptueel, case
C
collectief, correct, compleet, conceptueel
D
compleet, collectief, conceptueel, concreet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies