KERN les 74 figuurlijk of letterlijk?

Welkom bij Nederlands!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




LESDOEL:
Je leert hoe je letterlijk en figuurlijk taalgebruik in teksten kunt herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'iemand leugens vertellen, iemand maar wat wijsmaken'

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'de appel valt niet ver van de boom'?

A
Het komt altijd weer in orde.
B
Het gedrag van kinderen lijkt veel op dat van hun ouders.
C
Je maakt steeds weer dezelfde fout.
D
Je weet nooit waar je later terecht zal komen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is deze uitspraak letterlijk of figuurlijk bedoeld?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er waar over letterlijk taalgebruik?

A
Bij letterlijk taalgebruik wordt er precies bedoeld wat er staat.
B
Bij letterlijk taalgebruik wordt er iets anders bedoeld dan wat er staat.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letterlijk of figuurlijk
Bij letterlijk taalgebruik wordt er precies bedoeld wat er staat. Het tegenovergestelde van letterlijk taalgebruik is figuurlijk taalgebruik.

Bij figuurlijk taalgebruik wordt er iets anders bedoeld dan wat er staat.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn spreekwoorden en vaste uitdrukkingen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Met spreekwoorden en vaste uitdrukkingen maak je een tekst afwisselender. Ze zijn figuurlijk bedoeld. Je kunt met andere woorden hetzelfde zeggen. Ook kun je met spreekwoorden en vaste uitdrukkingen een zin krachtiger maken. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk of letterlijk?

Het hart op de tong
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk of letterlijk?
Ik smelt bijna...
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk of letterlijk?
Ik ben woedend!
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 17 - Quizvraag

Betekent: ik ben er kapot van 
Figuurlijk of letterlijk?
Hij moet een schop onder zijn kont hebben.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 18 - Quizvraag

Betekent: ik ben er kapot van 
"Ik doe een moord voor een kaassoufflé!" ...figuurlijk of letterlijk?
A
Figuurlijk
B
Letterlijk

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? Dan nu aan het werk
Les 74
Blz. 152
Opdracht 1 t/m 11

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de lesstof begrepen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies




LESDOEL:
Je leert hoe je letterlijk en figuurlijk taalgebruik in teksten kunt herkennen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies