3v 5.4 Veelkleurig Nederland

5.4 Veelkleurig Nederland
GS 3 vwo 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

5.4 Veelkleurig Nederland
GS 3 vwo 

Slide 1 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de titel; Veelkleurig Nederland?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie:
  • Verklaren waarom er na 1945 een multiculturele samenleving ontstond.
  • Uitleggen wat gastarbeiders zijn en waar zij vandaan kwamen.
  • Uitleggen d.m.v. een voorbeeld welke 3 soorten vluchtelingen er zijn.
  • Verklaren waarom bij Indiërs en Surinamers de integratie sneller verliep als bij Turken en Marokkanen.
  • Uitleggen wat wij in Nederland bedoelen met integratie in de samenleving.

Slide 3 - Tekstslide

Centrale vragen deze les
Na 1945: Toename van verschillende culturen in ons land. --> Ontstaan van de multi-culturele samenleving.  

  • Wie kwamen na 1945 naar Nederland?
  • Om welke redenen kwamen die mensen naar Nederland?
  • Hoe verliep de integratie (assimilatie) van die mensen in Nederland?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen Immigratie en Emigratie?

Slide 5 - Open vraag

NL migratieland
Na 1945: Komst van vele immigranten in NL:
Waarom?
  1. - Koloniën worden zelfstandig, onrust en angst voor staatsgrepen --> komst van Surinamers en Indonesiërs.
  2. - Economische groei vanaf de jaren 60 --> tekort aan arbeidskrachten: oplossing -->Gastarbeiders
  3. Na 1945 meer oorlogen in de wereld --> vluchtelingen verlaten moederland opzoek naar veiligheid.

Slide 6 - Tekstslide

Nederland migratieland
Oud-koloniën: Nederland kende 2 grote koloniën --> Nederlands- Indië (Nu Indonesië) en Suriname.
  • 1900-2000 --> vele landen worden onafhankelijk van het moederland.
  • 1949: Indonesië eigen staat
  • 1975: Suriname eigen staat
Toch vluchten vele inwoners naar Nederland: Redenen 
  1. Machtsovername leger
  2. Angst voor onderdrukking
  3. Economische achteruitgang

Slide 7 - Tekstslide

Nederland migratieland
  • Gastarbeiders: 1960-1980 komst van duizenden gastarbeiders.
  • Afkomstig rond Middellandse- zee.

  • Reden: economische groei in Nederland
--> te kort aan arbeidskrachten in industrie en 
landbouwsector.  
  • Tijdelijk werk: Daarna terug naar moederland. 
Is dat ook zo gegaan?  

Slide 8 - Tekstslide

Nederland migratieland
Aankomst in Europa/Nederland: Asiel aanvraag.

Asiel wordt alleen gegeven aan vluchtelingen die gevaar lopen in eigen land.

Nu wordt europa overspoeld met vluchtelingen uit Afrika en Midden-Oosten.
Mogen tijdelijk blijven: Toch protesteren voor langer verblijf.
Illegaal circuit.

Slide 9 - Tekstslide

Nederland migratieland
  • Aankomst in Europa/Nederland: Asiel aanvraag.
  • Asiel wordt alleen gegeven aan vluchtelingen die gevaar lopen in eigen land. 
  • Nu wordt europa overspoeld met vluchtelingen uit Afrika en Midden-Oosten.
  1. Mogen tijdelijk blijven: Toch protesteren voor langer verblijf.
  2. Illegaal circuit.

Slide 10 - Tekstslide

NL migratieland
  • Sinds 2000 is Europa en de overheid van Nederland steeds strenger met het asielbeleid.
-Europa zit vol, grenzen worden nu strenger beveiligd. Boten worden weer weggesleept en mensen krijgen tijdelijke opvang. Daarna terug naar eigen land.

Slide 11 - Tekstslide

Meer culturen samen
Vanaf 2000 integratiebeleid in Nederland: Doel: Immigranten moeten vernederlandsen.
Integratie= aanpassen (=assimilatie) aan de Nederlandse taal, cultuur, normen en waarden. Afleren van oude tradities uit het oude moederland.
Indiërs en Surinamers assimileren snel.
Islamitische immigranten moeite met aanpassen: Turken en Marokkanen.
Waarom? 

Slide 12 - Tekstslide

Meer culturen samen
  • Vanaf 2000 integratiebeleid in Nederland: Doel: Immigranten moeten vernederlandsen.
  • Integratie= aanpassen (=assimilatie) aan de Nederlandse taal, cultuur, normen en waarden. Afleren van oude tradities uit het oude moederland.
  • Indiërs en Surinamers assimileren snel.
  • Islamitische immigranten moeite met aanpassen: Turken en Marokkanen.
 Waarom? 

Slide 13 - Tekstslide

Meer culturen samen
Problemen:
Gastarbeiders zoeken elkaar op: Randstad kent veel slechte wijken waar men elkaar opzoekt. Geen integratie, men zoekt geen contact met Nederlanders. 
  • Families komen over uit Turkije of Marokko.
  • Nieuwe generatie vernederlandst wel -->Botsing met ouders
  • Nieuwe generatie gaat een studie volgen --> Voelt zich wel Nederlander en geen Turk of Marokkaan.

Slide 14 - Tekstslide

Meer culturen samen
Botsende factoren.
Allochtonen: mensen die zelf geboren zijn in een ander land of waarvan een van de ouders geboren is in een ander land. Vb Turkije of Marokko.

Autochtonen: Mensen die geboren zijn in Nederland en beide Nederlandse ouders hebben. (2e/3e generatie van oude gastarbeiders, maar ook de Nederlanders zelf.)

Slide 15 - Tekstslide

Meer culturen samen
Gevaar bij Allochtonen:
-Geen aanpassing of kans pakken die je krijgt in Nederland (studeren, taal leren, enz.):
  • Mogelijk belangen in criminaliteit (geen werk en geld, dus op slechte manieren aan geld komen)
  • Illegale circuit
  • Prostitutie
Toch successen?
  • Ja-->Vb. Marokkaanse burgermeester Rotterdam: Achmed Abutaleb.
  • Ja--> Vb. Najib Amhali --> Nederlandse cabaretier 

Slide 16 - Tekstslide

Meer culturen samen
Toch weer angst:
9/11/2001 -->Moslimterrorisme
Sinds 2013: Islamitische Staat (IS)

Gevolg: Politiek pakt terrorisme hard aan, nationaal en internationaal. Grenscontroles, oorlog verklaren, arrestaties, aanslagen voorkomen, enz.

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd/onthouden van deze les?

Slide 18 - Open vraag

Herhalen lesstof van vandaag

Slide 19 - Tekstslide

Er kwamen gastarbeiders uit andere landen, omdat...
A
Er veel vraag was naar sterke mannen
B
Er een arbeiderstekort was in Nederland
C
De mensen hier alles wilden doen behalve saai werk
D
Nederlanders het werk niet aan konden

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Wat was het ideaal van de Molukse kapers van deze trein?

A
De heroprichting van het KNIL.
B
Een vrije Molukse republiek.
C
Erkenning van de Republiek Indonesië.
D
Opgaan in de Nederlandse samenleving.

Slide 21 - Quizvraag

Gastarbeiders
A
Mensen van buiten Europa die hier komen om te werken
B
Toestemming aanvragen om hier te mogen verblijven
C
Moet vluchten uit zijn land omdat zijn leven in gevaar is
D
Iemand die naar Nederland komt om te trouwen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een multiculturele samenleving?
A
Een samenleving waar er maar één cultuur is.
B
Een samenleving waar meerdere culturen samenleven.
C
Een samenleving waar godsdienst het belangrijkst is
D
Een samenleving met veel museums.

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer ben je een gastarbeider?
A
Als je in Nederland bent geboren, in Nederland woont en in Nederland werkt.
B
Als je in Duitsland bent geboren en in Nederland permanent werkt,
C
Als je in het Duitsland bent geboren en in Nederland tijdelijk werkt.
D
Als je in Nederland bent geboren, in Duitsland woont en in Nederland werkt.

Slide 24 - Quizvraag

Het idee van gastarbeiders was om in Nederland......
A
Te werken en uiteindelijk terug te gaan
B
Te vluchten voor de oorlog
C
Te werken en voor altijd te blijven

Slide 25 - Quizvraag

Suriname was een Nederlandse kolonie. In welk jaar werd Suriname onafhankelijk?
A
1875
B
1975
C
1985
D
1885

Slide 26 - Quizvraag

Nederlandse kolonisten kwamen naar Suriname om te handelen met Surinaamse producten
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Waarom was men in Indonesië tegen een onafhankelijke Molukse Republiek?
A
Een onafhankelijke Molukse Republiek zat de eenheid van Indonesië in de weg
B
Er was een gebrek aan geld voor een onafhankelijke Molukse Republiek
C
Een onafhankelijke Molukse Republiek mocht wel, maar pas wanneer Indonesië stabiel was
D
Veel Molukkers hadden in het KNIL gediend. Ze voelden zich verbonden met NL. Men zag hen als verraders.

Slide 28 - Quizvraag

Op welke manier probeerde de Molukse gemeenschap aandacht te vragen voor de Molukse Republiek?
A
Gijzeling en treinkaping
B
Stakingen in Den Haag
C
Doelbewust vermoorden van Nederlandse burgers
D
Overleg met de minister-president

Slide 29 - Quizvraag