Inleiding doelgroepen BMZ-3C

Inleiding doelgroepen BMZ-3C
Quiz zintuigen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Inleiding doelgroepen BMZ-3C
Quiz zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn allemaal klachten van parkinson?
A
de hele dag moe zijn, stijfheid van spieren, geheugen verlies
B
veel beven, trager denken, problemen met evenwicht
C
braken, depressie, problemen met evenwicht

Slide 2 - Quizvraag

Hoe kun je slechthorendheid niet signaleren?
A
je hebt last van oorsuizen
B
je zet geluid van de tv of radio steeds harder
C
er komt bloed uit het oor

Slide 3 - Quizvraag

Hoe ga je om met slechthorendheid?
A
hard praten en snel.
B
spreek rustig en duidelijk, maar praat niet te hard
C
fluisteren

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer spreek je aan van blindheid?
A
Beste oog minder is dan 15% ten opzichte van normaal zicht.
B
Beste oog minder is dan 10% ten opzichte van normaal zicht.
C
Beste oog minder is dan 5% ten opzichte van normaal zicht.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe kun je slechthorendheid signaleren?
A
A. De cliënt raakt overprikkeld omdat iedereen in zijn omgeving volgens hem steeds harder praat
B
B. De cliënt raakt geïrriteerd omdat niemand hem of haar meer hoort
C
C. De cliënt raakt geïrriteerd omdat iedereen in zijn omgeving volgens hem steeds zachter praat
D
D. De cliënt raakt geïrriteerd omdat iedereen in zijn omgeving volgens hem steeds harder praat

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer spreek je van slechtziendheid?
A
Het zicht minder dan 20% is ten opzichte van normaal zicht
B
Het zicht minder dan 30% is ten opzichte van normaal zicht
C
Als je helemaal niks meer ziet
D
Het zicht minder dan 35% is ten opzichte van normaal zicht

Slide 7 - Quizvraag

Als de cliënt ... is, kan hij niet meer horen
Wat behoort er op de ontbrekende tekst te staan
A
Doof
B
Slechthorend

Slide 8 - Quizvraag

Wat doet een implantaat?
A
Een implantaat zet geluid om in elektrische impulsen die direct naar de gehoorzenuw gaan.
B
Een implantaat versterkt het geluid, doordat geluid wordt omgezet in een digitaal signaal en het eerst wordt bewerkt (bijvoorbeeld versterkt of vervormd) voordat het in het oor terechtkomt.
C
Een implantaat zorgt ervoor dat het geluid versterkt word door middel van een gehoorapparaat.

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer spreken we over blindheid
A
5%
B
15%
C
1%
D
0%

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer spreken wij van doofheid?
A
15%
B
20%
C
0%
D
5%

Slide 11 - Quizvraag