week 11 Over taal blok 4

Week 11 B1B
Heb je spelling en grammatica af van blok 4 ?
Woensdag schrijfopdrachten en donderdag presentaties.
Nu Over taal (woordenschat)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Week 11 B1B
Heb je spelling en grammatica af van blok 4 ?
Woensdag schrijfopdrachten en donderdag presentaties.
Nu Over taal (woordenschat)

Slide 1 - Tekstslide

woensdagmiddag vrij en volgende week donderdag.

Slide 2 - Tekstslide

Wie kan de woorden goed spellen ?

Slide 3 - Tekstslide

1 reeds

Slide 4 - Tekstslide

2 verplicht

Slide 5 - Tekstslide

3 argument

Slide 6 - Tekstslide

4 relatie

Slide 7 - Tekstslide

5 geregeld

Slide 8 - Tekstslide

6 zekerheid

Slide 9 - Tekstslide

7 voorlopig 

Slide 10 - Tekstslide

8 toelichten

Slide 11 - Tekstslide

9 stelling

Slide 12 - Tekstslide

10 afzonderlijk

Slide 13 - Tekstslide

en nu jullie

Slide 14 - Tekstslide

De kat uit de boom kijken.

De aap komt uit de mouw.
De hond in de pot vinden.
Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.
Het paard achter de wagen spannen.



Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Een ezel stoot zich in ’t gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen.
Een vreemde eend in de bijt zijn.
Als een olifant door de porseleinkast gaan.



Slide 15 - Tekstslide

Naast zijn ______ lopen.
A
schoenen
B
vriendin
C
fiets
D
geweten

Slide 16 - Quizvraag

Oost West, thuis ___
A
rust
B
komen
C
best
D
West

Slide 17 - Quizvraag

Op een ___ bijten.
A
stokje
B
planke
C
steentje
D
houtje

Slide 18 - Quizvraag

Water naar de ___ dragen.
A
haven
B
zee
C
mensen
D
zandbak

Slide 19 - Quizvraag

Geen ___ meer kunnen zeggen.
A
poffertje
B
pap
C
brood
D
yoghurt

Slide 20 - Quizvraag

Het ____ woord hebben.
A
mooiste
B
hardste
C
laagste
D
hoogste

Slide 21 - Quizvraag

Als ___ broodjes over
de toonbank gaan.
A
dure
B
zoete
C
oude
D
lekkere

Slide 22 - Quizvraag

De baard in de ___ hebben.
A
keel
B
kneep
C
krullers
D
hals

Slide 23 - Quizvraag

___ bij de vis.
A
water
B
boter
C
verhaal
D
vlees

Slide 24 - Quizvraag

Het oog is groter dan de ___
A
bril
B
neus
C
maag
D
waarheid

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide