Poëzie en Fictie - les 1




Poëzie en fictie -  les 1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




Poëzie en fictie -  les 1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Morgen: gedicht kiezen!
  • Start lessen Poëzie en Fictie: ontwikkeling hoofdpersoon


Lesdoelen:
  • de tekst evalueren en je mening onderbouwen
  • daarbij voorbeelden uit de tekst aanhalen

Slide 2 - Tekstslide

Lees je weleens een leesboek?
A
Ja heerlijk, ik lees bijna dagelijks
B
Ja, ik lees soms
C
Nee, jammer genoeg niet (meer)
D
Nee, gelukkig hoeft dat niet

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor boeken vind je leuk om te lezen?
A
Horror
B
Fantasy
C
Sciencefiction
D
Iets anders

Slide 4 - Quizvraag

Over welk probleem kun je volgens jou een interessantst boek schrijven?

Slide 5 - Open vraag

Begrippen
Realistisch – als de personen in het verhaal iets meemaken wat in het echt ook kan gebeuren

Genre – soort verhaal, griezelverhaal, thriller, sciencefiction etc.

Hoofdpersoon – de persoon waar het verhaal over gaat, je kunt lezen wat hij of zij denkt of voelt

Ontwikkeling hoofdpersoon – in het boek maakt de hoofdpersoon een ontwikkeling door. Vooral in probleemboeken zie je de ontwikkeling goed. Een persoon heeft een probleem en probeert dit probleem op te lossen. Door het probleem op te lossen, verandert de hoofdpersoon (en maakt hij een ontwikkeling door).



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Honderd uur in één nacht (blz. 192)

Slide 8 - Tekstslide

Waarom wil Emilia vluchten denk je?
Gebruik twee antwoorden uit de tekst,
waarop je je antwoord op baseert.
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Antwoord
Emilia wil vluchten
- van haar vader, want die heeft haar leven verwoest (door iets ‘walgelijks’ te doen).
- van haar moeder, want die heeft nauwelijks aandacht voor haar.
- van ‘bedreigingen’.

Slide 10 - Tekstslide

Emilia vertelt iets over de ontwikkeling
van haar karakter,
beschrijf de ontwikkeling in 3 stappen
timer
2:00

Slide 11 - Open vraag

Antwoord
Toen Emilia elf was, was ze ‘onverschrokken’ (dapper/heldhaftig) en zag ze eruit alsof ze ‘superveel zin’ had in de rest van haar leven.
Dat meisje is ze nu niet meer - ze is bang en gespannen.
Aan het einde is ze sterker: ze is trots op zichzelf dat ze alleen naar New York gaat.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe komt het dat Emila veranderd is denk je?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Antwoord
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Emilia is veranderd, omdat ze in de puberteit is gekomen (en dan verandert iedereen).
- Emilia is veranderd, omdat er iets is gebeurd wat zó erg is, dat ze niet anders kon dan iets extreems doen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat vond je van dit fragment?
A
Saai
B
Spannend
C
Makkelijk
D
Iets anders

Slide 15 - Quizvraag

Lesafsluiting
Huiswerk:  
  • maak opdracht 2 op blz. 194. 

Lesdoelen:
  • de tekst evalueren en je mening onderbouwen
  • daarbij voorbeelden uit de tekst aanhalen









Slide 16 - Tekstslide




Vanmiddag: gastles Malou Petter 

Slide 17 - Tekstslide