Les 3 Uitleg examen Schrijven artikel

Nederlands examenvoorbereiding les 3
Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands examenvoorbereiding les 3
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Uitleg examen Schrijven
  • Artikel schrijven
  • Voorbereiden examen

Slide 2 - Tekstslide

Het examen Schrijven
  • Het schrijfexamen bestaat uit 2 (niv. 4)                                                  of (3) schrijfopdrachten (niv. 2 en 3)
  • Dit kan van alles zijn: een zakelijke brief/e-mail, artikel, betoog, verslag, memo.
  • Je wordt beoordeeld op je schrijfvaardigheid (en taalverzorging) Nederlands. 
  • Tijd: 60 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Voorwaarde voor beoordeling
  • De opdrachten zijn in het Nederlands geschreven;
  • Minimaal 80% van het totaal van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.

Wanneer je examen niet voldoet aan deze precondities, wordt het niet beoordeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld inhoud: 
Als bestuurslid van de MR (medezeggenschapsraad) ga je in een zakelijke brief subsidie aanvragen bij de gemeente voor een sportdag. Zorg ervoor dat de volgende onderdelen in je brief verwerkt worden:
  • Je stelt jezelf voor en je geeft aan wat jouw rol is in de MR.
  • Je beschrijft wat de school tijdens de sportdag wil doen. Je noemt minimaal 4 activiteiten.
  • Je bepaalt het subsidiebedrag dat jouw school nodig heeft en beschrijft minimaal 2 bestedingsdoelen.
  • Je geeft bij elk bestedingsdoel minimaal 1 argument voor het benodigde subsidiebedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijfproducten
Wat kun je op het examen verwachten? 
Je schrijft 2 of 3 van de volgende schrijfproducten:
  • zakelijke brief/e-mail (bv: sollicitatiebrief)
  • artikel
  • verslag
  • betoog
  • memo

Slide 6 - Tekstslide

Ieder schrijfproduct bestaat uit dezelfde opbouw. Wat is deze opbouw?

Slide 7 - Open vraag

Inleiding
De tekst begint met een inleiding. Dit is een aparte alinea. Je trekt de aandacht van de lezer en introduceert het onderwerp door:
  • Beschrijving van de aanleiding
  • Vragenstellen ( die in de tekst beantwoord worden)
  • Situatieschets (herkenbaar voor de lezer)
  • Omschrijving van een probleem
  • Combinatie van bovenstaande
Bij een betoog geef je ook een standpunt

Slide 8 - Tekstslide

Kern (middenstuk)
Na de inleiding volgt het middenstuk. 
Je hebt informatie verzameld en dat verwerk je in het middenstuk. 
In de kern staat dus de meeste informatie. 
Het middenstuk verdeel je ook weer in aparte alinea’s. 
Je plaatst witregels tussen de alinea’s.





Slide 9 - Tekstslide

Slot
Als laatste volgt het slot. 
Ook dit is weer een aparte alinea. 

In het slot geef je bijvoorbeeld een conclusie, een samenvatting, kom je terug op de inleiding of geef je een advies of een vooruitblik.




Slide 10 - Tekstslide

Schrijven in fasen

Als je een langere tekst schrijft, zoals een artikel of een zakelijke e-mail dan is het handig om vooraf een plan te hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Een lange tekst schrijven, hoe pak jij dat aan?

Slide 12 - Open vraag

Maak een schrijfplan
  • Bepaal het onderwerp
  • Bepaal je schrijfdoel
  • Bepaal je doelgroep (en informeel of formeel)
  • Bepaal de volgorde van de deelonderwerpen of argumenten (zorg dat de verplichte inhoud is verwerkt in het schrijfschema)
  • Bepaal de opbouw (inleiding, kern en slot)

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld schrijfplan
  • Bepaal het onderwerp
  • Bepaal je schrijfdoel
  • Bepaal je doelgroep (en informeel of formeel)
  • Verzamel informatie
  • Bepaal de volgorde van de deelonderwerpen of argumenten
  • Bepaal de opbouw: (inleiding, kern en slot)

Slide 14 - Tekstslide

Beoordeling examen Schrijven
  • Inhoud (80% van de inhoud verwerkt?)
  • Structuur (inleiding, middenstuk, slot, alinea's, kopjes, signaalwoorden, etc.)
  • Afstemming op doel en doelgroep
  • Taalverzorging (spelling, zinsbouw, interpunctie)

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak opdracht 1 uit het bestand 'Lesstof schrijven'

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet je over een artikel?

Slide 17 - Woordweb

Doel artikel
Informatie geven over een bepaald onderwerp.
De tekst bevat vooral feiten en het is belangrijk dat je kan controleren waar de informatie vandaan komt.

Voorbeelden van artikelen zijn:
- Een verslag van een festival in de krant of op een nieuwssite
- Een tekst over games in een (online) magazine

Slide 18 - Tekstslide

Opbouw artikel
- Plaats boven je artikel een passende titel
- In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
- In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
- In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
- Zet je naam onder het artikel
Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk onderstaand artikel en bedenk:
wat is er goed en wat kan er beter?

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 2: Een artikel schrijven

Slide 21 - Tekstslide