Herhalen mavo 3 hoofdstuk 6

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Regels en uitleg

  • Ieder speelt voor zich, maar we winnen als team!
  • We splitsten ons in team Rood en Blauw
  • Noteer je antwoorden in je schrift / aantekenblad
  • Je bent stil en zegt niets voor


Slide 2 - Tekstslide

Ronde 1: Geef de juiste definities

  • Kies de juiste definitie door A of B te kiezen.
  • Schrijf meteen een antwoord op ! Doorgekraste antwoorden tellen niet meer mee!



1 punt per definitie te verdienen = 6 punten totaal!



Slide 3 - Tekstslide

Rood

1. Evenwichtsprijs
A) De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.

B) De prijs die je als klant uiteindelijk in de winkel betaalt, dus inclusief btw.
Blauw

1. Brutowinst
A) Omzet - inkoopwaarde


B) Nettowinst - bedrijfskosten
timer
0:30

Slide 4 - Tekstslide

Rood
2. abstracte markt
A) Een plaats waar op afgesproken tijden goederen en diensten worden verhandeld. 

B) Het geheel van vraag en aanbod van een product.
Blauw
2. kapitaalintensief
A) Bij de productie wordt veel gebruik gemaakt van machines en weinig van mensen.

B) Bij de productie wordt veel gebruik gemaakt van mensen en weinig van machines.
timer
0:30

Slide 5 - Tekstslide

Rood

3. de productiecapaciteit hangt af van:
A) Het aantal mensen dat in het bedrijf werkt.
B) Hoeveel de nettowinst is.
C) Prestatieloon


Blauw

3. de arbeidsproductiviteit kan verhogen door:
A) meer mensen aannemen.
B) Mensen langer te laten werken.
C) Specialisatie


timer
0:30

Slide 6 - Tekstslide

Ronde 2: Rekonomie
  • Los de sommen op. 
  • Schrijf groot Ronde 2 in je schrift!
  • Noteer er onder een berekening en zet twee lijnen onder je eindantwoord!
  • Niet overleggen!
5 punten per goed opgeloste som = totaal 10 punten te verdienen!

Slide 7 - Tekstslide

Som 2

Aline verkoopt bloemen. De inkoopprijs van een boeket is € 7,50. De brutowinstmarge is 125%.

Bereken de verkoopprijs van een boeket.


Som 1

Art besluit om zijn voorheftruck te verkopen. Hij krijgt daar nu nog € 8.900 voor. Hij heeft de heftruck zeven jaar geleden gekocht. Elk jaar heeft hij er 
€ 3.360 op afgeschreven.

Bereken voor welk bedrag Art de voorheftruck heeft gekocht.
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Ronde 3: vul in
  • Schrijf groot Ronde 3 in je schrift!
  • Vul je antwoorden onder elkaar in! Alleen je eerste antwoord telt!
  • Doorgestreept = 0 punten
  • 1 woord per stippellijn
Per goed antwoord 2 punten = 24 totaal

Slide 9 - Tekstslide

Team rood
1. Als je het bij economie hebt over de markt dan bedoelen we vaak de ... markt.
2. Op de markt hebben bedrijven te maken met .... Dat zijn bedrijven die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
3. Bedrijven en de overheid produceren in de ... sector.
4. In een bedrijfskolom staan bedrijven die elk zorgen voor ... ... zodat het product steeds meer geschikt is voor consumptie.
5. De winkelier moet de ontvangen btw afdragen aan de ...
6. Als bedrijven ... ... ..., houden ze bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.
Rood

Slide 10 - Tekstslide

Team blauw
  • !

1. Als machines stilstaan en het personeel heeft te weinig werk, dan is de producticapaciteit ...
2. Meer productie levert de samenleving werk en welvaart op. Je noemt dit ... ...
3.De brutowinst als percentage van de inkoopprijs noem je de ...
4.De afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet in de markt is zijn ...
5. Als er in verhouding veel machines worden gebruikt in een bedrijf dan is de productie ...
6. De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is ...
Blauw

Slide 11 - Tekstslide

Hier komen de antwoorden!!
Houd je antwoorden gereed.

Vul achter goed antwoord je aantal behaalde punten in en tel je punten bij elkaar op!

Slide 12 - Tekstslide

Rood

1. Evenwichtsprijs
A) De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.

B) De prijs die je als klant uiteindelijk in de winkel betaalt, dus inclusief btw.
Blauw

1. Brutowinst
A) Omzet - inkoopwaarde


B) Nettowinst - bedrijfskosten

Slide 13 - Tekstslide

Rood
2. abstracte markt
A) Een plaats waar op afgesproken tijden goederen en diensten worden verhandeld. 

B) Het geheel van vraag en aanbod van een product.
Blauw
2. kapitaalintensief
A) Bij de productie wordt veel gebruik gemaakt van machines en weinig van mensen.

B) Bij de productie wordt veel gebruik gemaakt van mensen en weinig van machines.

Slide 14 - Tekstslide

Rood

3. de productiecapaciteit hangt af van:
A) Het aantal mensen dat in het bedrijf werkt.
B) Hoeveel de nettowinst is.
C) Prestatieloon


Blauw

3. de arbeidsproductiviteit kan verhogen door:
A) meer mensen aannemen.
B) Mensen langer te laten werken.
C) Specialisatie


Slide 15 - Tekstslide

Som 2

Aline verkoopt bloemen. De inkoopprijs van een boeket is € 7,50. De brutowinstmarge is 125%.

Bereken de verkoopprijs van een boeket.

Inkoop 7,50 = 100%
Marge           = 125%
Totaal            = 225%

7,50 : 100 x 225 = €16,88


Som 1

Art besluit om zijn voorheftruck te verkopen. Hij krijgt daar nu nog € 8.900 voor. Hij heeft de heftruck zeven jaar geleden gekocht. Elk jaar heeft hij er 
€ 3.360 op afgeschreven.

Bereken voor welk bedrag Art de voorheftruck heeft gekocht.

(? - 8900) : 7 = 3360
terugrekenen
3360 x 7 = 23520   23520 + 8900 = 
€ 32420

Slide 16 - Tekstslide

Som 2

Aline verkoopt bloemen. De inkoopprijs van een boeket is € 7,50. De brutowinstmarge is 125%.

Bereken de verkoopprijs van een boeket.



7,50 : 100 x 125 = € 9,38
€9,38 + €7,50 = € 16,88

of in een keer 7,50 x 2,25 = €16,88


Som 1

Art besluit om zijn voorheftruck te verkopen. Hij krijgt daar nu nog € 8.900 voor. Hij heeft de heftruck zeven jaar geleden gekocht. Elk jaar heeft hij er 
€ 3.360 op afgeschreven.

Bereken voor welk bedrag Art de voorheftruck heeft gekocht.


Slide 17 - Tekstslide

Team rood
1. Als je het bij economie hebt over de markt dan bedoelen we vaak de ... markt.
2. Op de markt hebben bedrijven te maken met .... Dat zijn bedrijven die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
3. Bedrijven en de overheid produceren in de ... sector.
4. In een bedrijfskolom staan bedrijven die elk zorgen voor ... ... zodat het product steeds meer geschikt is voor consumptie.
5. De winkelier moet de ontvangen btw afdragen aan de ...
6. Als bedrijven ... ... ..., houden ze bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.


Rood
1. concrete 

Slide 18 - Tekstslide

Team rood
1. Als je het bij economie hebt over de markt dan bedoelen we vaak de ... markt.
2. Op de markt hebben bedrijven te maken met .... Dat zijn bedrijven die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
3. Bedrijven en de overheid produceren in de ... sector.
4. In een bedrijfskolom staan bedrijven die elk zorgen voor ... ... zodat het product steeds meer geschikt is voor consumptie.
5. De winkelier moet de ontvangen btw afdragen aan de ...
6. Als bedrijven ... ... ..., houden ze bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.


Rood
2. concurrentie (of concurrenten)

Slide 19 - Tekstslide

Team rood
1. Als je het bij economie hebt over de markt dan bedoelen we vaak de ... markt.
2. Op de markt hebben bedrijven te maken met .... Dat zijn bedrijven die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
3. Bedrijven en de overheid produceren in de ... sector.
4. In een bedrijfskolom staan bedrijven die elk zorgen voor ... ... zodat het product steeds meer geschikt is voor consumptie.
5. De winkelier moet de ontvangen btw afdragen aan de ...
6. Als bedrijven ... ... ..., houden ze bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.


Rood
3. publieke

Slide 20 - Tekstslide

Team rood
1. Als je het bij economie hebt over de markt dan bedoelen we vaak de ... markt.
2. Op de markt hebben bedrijven te maken met .... Dat zijn bedrijven die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
3. Bedrijven en de overheid produceren in de ... sector.
4. In een bedrijfskolom staan bedrijven die elk zorgen voor ... ... zodat het product steeds meer geschikt is voor consumptie.
5. De winkelier moet de ontvangen btw afdragen aan de ...
6. Als bedrijven ... ... ..., houden ze bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.


Rood
4. toegevoegde waarde (of bewerking van het product

Slide 21 - Tekstslide

Team rood
1. Als je het bij economie hebt over de markt dan bedoelen we vaak de ... markt.
2. Op de markt hebben bedrijven te maken met .... Dat zijn bedrijven die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
3. Bedrijven en de overheid produceren in de ... sector.
4. In een bedrijfskolom staan bedrijven die elk zorgen voor ... ... zodat het product steeds meer geschikt is voor consumptie.
5. De winkelier moet de ontvangen btw afdragen aan de ...
6. Als bedrijven ... ... ..., houden ze bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.


Rood
5. belastingdienst (overheid)

Slide 22 - Tekstslide

Team rood
1. Als je het bij economie hebt over de markt dan bedoelen we vaak de ... markt.
2. Op de markt hebben bedrijven te maken met .... Dat zijn bedrijven die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
3. Bedrijven en de overheid produceren in de ... sector.
4. In een bedrijfskolom staan bedrijven die elk zorgen voor ... ... zodat het product steeds meer geschikt is voor consumptie.
5. De winkelier moet de ontvangen btw afdragen aan de ...
6. Als bedrijven ... ... ..., houden ze bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.


Rood
6. maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo)

Slide 23 - Tekstslide

Team blauw
  • !

1. Als machines stilstaan en het personeel heeft te weinig werk, dan is de producticapaciteit ...
2. Meer productie levert de samenleving werk en welvaart op. Je noemt dit ... ...
3.De brutowinst als percentage van de inkoopprijs noem je de ...
4.De afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet in de markt is zijn ...
5. Als er in verhouding veel machines worden gebruikt in een bedrijf dan is de productie ...
6. De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is ...
Blauw
1. onderbezet

Slide 24 - Tekstslide

Team blauw
  • !

1. Als machines stilstaan en het personeel heeft te weinig werk, dan is de producticapaciteit ...
2. Meer productie levert de samenleving werk en welvaart op. Je noemt dit ... ...
3.De brutowinst als percentage van de inkoopprijs noem je de ...
4.De afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet in de markt is zijn ...
5. Als er in verhouding veel machines worden gebruikt in een bedrijf dan is de productie ...
6. De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is ...
Blauw
2. maatschappelijke opbrengsten

Slide 25 - Tekstslide

Team blauw
  • !

1. Als machines stilstaan en het personeel heeft te weinig werk, dan is de producticapaciteit ...
2. Meer productie levert de samenleving werk en welvaart op. Je noemt dit ... ...
3.De brutowinst als percentage van de inkoopprijs noem je de ...
4.De afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet in de markt is zijn ...
5. Als er in verhouding veel machines worden gebruikt in een bedrijf dan is de productie ...
6. De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is ...
Blauw
3. brutowinstmarge

Slide 26 - Tekstslide

Team blauw
  • !

1. Als machines stilstaan en het personeel heeft te weinig werk, dan is de producticapaciteit ...
2. Meer productie levert de samenleving werk en welvaart op. Je noemt dit ... ...
3.De brutowinst als percentage van de inkoopprijs noem je de ...
4.De afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet in de markt is zijn ...
5. Als er in verhouding veel machines worden gebruikt in een bedrijf dan is de productie ...
6. De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is ...
Blauw
4. marktaandeel

Slide 27 - Tekstslide

Team blauw
  • !

1. Als machines stilstaan en het personeel heeft te weinig werk, dan is de producticapaciteit ...
2. Meer productie levert de samenleving werk en welvaart op. Je noemt dit ... ...
3.De brutowinst als percentage van de inkoopprijs noem je de ...
4.De afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet in de markt is zijn ...
5. Als er in verhouding veel machines worden gebruikt in een bedrijf dan is de productie ...
6. De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is ...
Blauw
5. kapitaalintensief

Slide 28 - Tekstslide

Team blauw
  • !

1. Als machines stilstaan en het personeel heeft te weinig werk, dan is de producticapaciteit ...
2. Meer productie levert de samenleving werk en welvaart op. Je noemt dit ... ...
3.De brutowinst als percentage van de inkoopprijs noem je de ...
4.De afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet in de markt is zijn ...
5. Als er in verhouding veel machines worden gebruikt in een bedrijf dan is de productie ...
6. De beloning voor de productiefactor ondernemerschap is ...
Blauw
6. winst

Slide 29 - Tekstslide

Dan nu de vragen waar je een !!
voor moet zetten in je boek / nu even moet noteren

Slide 30 - Tekstslide

Extra opgaven
Herhaling 1, 2, 5, 7, 8, 12, 13, 14, 19, 21, 27
Plus 6, 15, 16, 21
Als je deze sommen 'beheerst' ga je het goed doen op de toets

Slide 31 - Tekstslide