schildklier, diabetes en urine weg infecties

deze les
schildklier 
diabetes
urineweg infecties
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

deze les
schildklier 
diabetes
urineweg infecties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


welke hormoon produceert de schildklier
A
T3
B
T4
C
weet ik niet

Slide 2 - Quizvraag

T4 wordt geproduceerd door de schilklier. Dit wordt in het lichaam omgezet in het actieve T3 hormoon.
wat betekent positieve terugkoppeling?

Slide 3 - Open vraag

Wanneer er teweinig schilklierhormoon in het bloed aanwezig is dan reageert de hypofyse hier op en stuurt  de schilklier aan meer hormoon te laten produceren
negatieve terugkoppeling wilt zeggen dat er voldoende hormoon in het bloed zit er is dan geen extra productie nodig.

Er wordt alleen teveel of te weinig schilklier hormoon geproduceerd wanneer er iets mis is met de schilklier.

wat is de werking van thyreomimetica?

A
doen de werking van het schilklier hormoon na
B
ze stimuleren de schildklier om meer hormoon te maken
C
geen idee

Slide 4 - Quizvraag

wanneer de schildklier niet goed meer werkt dan blijft de hypofyse hormoon afgeven wat de schildklier tot productie aan moet zetten. De schilklier gaat groeien om aan de vraag te proberen te voldoen. Maar omdat er iets mis is met de schildklier zal dit niet lukken. een vergrote schildklier is sturma.
welke middel wordt gebruikt bij hypothyreoïdie
A
thiamizol
B
levothyroxine
C
geen idee

Slide 5 - Quizvraag

bij een hypothyreoídie wil je schildklier hormoon toevoegen. levothyroxine is een schilklier mimetica. In de lever wordt het omgezet in het uiteindelijk werkzame liotyronine (cytomel). Omdat liothyronine een hele korte halfwaarde tijd heeft, is dit niet de eerste keus
diabetes
wat is de allereerste stap bij de behandeling van insuline onafhankelijke diabetes?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

biguanide
  • metformine
  • lever produceert minder glucose
  • spieren worden gevoeliger voor insuline

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SU-derivaten
  • sulfonylureumderivaten
  • tolbutamide, gliclazide
  • alvleesklier gaat meer insuline produceren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

thiazolidinedionen (TZD)
pioglitazon
cellen worden gevoeliger voor insuline

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DDP- 4 - remmers
  • Incretine= hormoon
  • Wordt gemaakt in darmen
  • Cellen alvleesklier worden gevoeliger en gaan insuline produceren
  • Dipeptidylpeptidase-4 = enzym
  • Dit enzym breekt het hormoon incretine af
  • Door dit enzym te remmen blijft er meer hormoon over
  • Zorgen voor minder grote schommelingen in de glucose
  • uitgang: gliptine

  • Er bestaan ook incretine mimetica ( gaat via injectie)




Slide 10 - Tekstslide

Incretine is een hormoon
Incretine wordt door de darmen gemaakt. Er wordt na elke maaltijd meer hormoon aangemaakt
Het hormoon zorgt ervoor dat de alvleesklier insuline gaat aanmaken
Bij diabetes patienten wordt er minder van dit hormoon geproduceerd
Het enzym DPP-4 breekt normaal het
 hormoon incretine af.
Door het enzym te remmen wordt de concentratie van dit hormoon verhoogt.

Linagliptine Trajenta
Saxagliptine Onglyza
Sitagliptine Januvia
Vildagliptine Galvus


SGLT2 remmers
  • nieren zorgen dat glucose her opgenomen wordt in het bloed
  • Natriumglucosetransporter2 is voor de heropname nodig
  • Door SGLT2 remmers wordt er minder glucose heropgenomen
  • de glucose wordt via de urine afgevoerd
  • glucose spiegel wordt lager

Slide 11 - Tekstslide


In de nieren zit natriumglucose cotransporter dit zorgt er normaal voor dat glucose weer wordt opgenomen in het bloed
SGLT remmer zorgen ervoor dat er meer glucose wordt uitgescheiden door de nieren. Hierdoor blijft er minder glucose in het bloed
Bijwerkingen: genitale infecties en urineweginfecties
Stofnaam​
Merknaam​
Canagliflozine Invokana
Dapagliflozine Forxiga
Empagliflozine Jardiance

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

urineweg infecties

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar moet bij een ongecompliceerde urineweginfectie het AB zijn werk doen?
A
in de nieren
B
in de blaas
C
geen idee

Slide 14 - Quizvraag

ongecompliceerd behandelen met middelen die door de nieren worden uitgescheiden en in de urine dus werken:
nitrofurantoine of trimetoprim

gecompliceerde urineweginfectie wordt behandeld met ciprofloxacine of penicillines
indeling urineweg infectie
bij ongecompliceerde urineweg infectie: 
infectie in blaas

bij gecompliceerde urineweg infecti:
ontsteking nierbekken
ontsteking prostaat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies