Grammatica 4 lijdende/bedrijvende vorm test jezelf

Nu nog even oefenen met de lijdende en bedrijvende vorm.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nu nog even oefenen met de lijdende en bedrijvende vorm.

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2
Staan de volgende zinnen in de lijdende of de bedrijvende vorm?
Verander de zinnen daarna van vorm (aparte dia's).

Slide 2 - Tekstslide

De jongen werd door zijn vader bij school afgezet.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 3 - Quizvraag

De toeristen zijn met de bus door de reisorganisatie naar hun hotel gebracht.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 4 - Quizvraag

De verkoper heeft de gympen in maat 39 uit het magazijn gehaald.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 5 - Quizvraag

De uitslag van de verkiezingen wordt rond middernacht bekendgemaakt.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 6 - Quizvraag

De stortbui veroorzaakte enorme wateroverlast.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 7 - Quizvraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De jongen werd door zijn vader bij school afgezet.

Slide 8 - Open vraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De toeristen zijn met de bus door de reisorganisatie naar hun hotel gebracht.

Slide 9 - Open vraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De verkoper heeft de gympen in maat 39 uit het magazijn gehaald.

Slide 10 - Open vraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De uitslag van de verkiezingen wordt rond middernacht bekendgemaakt.

Slide 11 - Open vraag

Verander van vorm:
De stortbui veroorzaakte enorme wateroverlast.

Slide 12 - Open vraag

Conclusie: Bij de opdrachten van de lijdende en bedrijvende vorm vind ik het nog moeilijk om ....
(Je kunt meerdere antwoorden aanklikken.)
A
te zien of een zin in de lijdende of de bedrijvende vorm staat.
B
de zin te veranderen van de ene in de andere vorm.
C
Geen van beide antwoorden.

Slide 13 - Quizvraag