wg/ng en lijdende/bedrijvende vorm A2

Even oefenen met het WG/NG
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Even oefenen met het WG/NG

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1
Noteer van de zinnen of ze een WG of een NG hebben.
Zet het gezegde erachter.

Vb: Mijn nichtje heeft de hele avond naar Netflix gekeken.
WG = heeft gekeken

Kijk je antwoorden ook meteen na.

Slide 2 - Tekstslide

Hij heeft zijn haren al een jaar niet meer gewassen.

Slide 3 - Open vraag

Mijn hondje wil graag uitgelaten worden.

Slide 4 - Open vraag

Hij is sinds zijn geboorte een rijke stinkerd gebleven.

Slide 5 - Open vraag

Wij waren het hele weekend in Parijs.

Slide 6 - Open vraag

Tante Betsie schijnt een groot kunstliefhebber te zijn.

Slide 7 - Open vraag

Zij blijven vanmiddag in de tuin van de boer spelen.

Slide 8 - Open vraag

Rudolf blijkt de hele dag verschrikkelijk boos te zijn geweest op zijn moeder.

Slide 9 - Open vraag

Dit jaar is Sinterklaas officieel hulpje van de kerstman geworden.

Slide 10 - Open vraag

De Top-2000 wordt al heel wat jaren vanaf eerste kerstdag uitgezonden.

Slide 11 - Open vraag

In het bereiden van het feestmaal is veel tijd gaan zitten.

Slide 12 - Open vraag

Nu nog even oefenen met de lijdende en bedrijvende vorm.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2
Staan de volgende zinnen in de lijdende of de bedrijvende vorm?
Verander de zinnen daarna van vorm (aparte dia's).

Slide 14 - Tekstslide

De jongen werd door zijn vader bij school afgezet.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 15 - Quizvraag

De toeristen zijn met de bus door de reisorganisatie naar hun hotel gebracht.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 16 - Quizvraag

De verkoper heeft de gympen in maat 39 uit het magazijn gehaald.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 17 - Quizvraag

De uitslag van de verkiezingen wordt rond middernacht bekendgemaakt.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 18 - Quizvraag

De stortbui veroorzaakte enorme wateroverlast.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 19 - Quizvraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De jongen werd door zijn vader bij school afgezet.

Slide 20 - Open vraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De toeristen zijn met de bus door de reisorganisatie naar hun hotel gebracht.

Slide 21 - Open vraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De verkoper heeft de gympen in maat 39 uit het magazijn gehaald.

Slide 22 - Open vraag

Verander de lijdende in de bedrijvende vorm of andersom:

De uitslag van de verkiezingen wordt rond middernacht bekendgemaakt.

Slide 23 - Open vraag

Verander van vorm:
De stortbui veroorzaakte enorme wateroverlast.

Slide 24 - Open vraag

Conclusie: Bij de opdrachten van het WG en het NG vind ik het nog moeilijk om ....
(Je kunt meerdere antwoorden aanklikken.)
A
te zien of een zin een wg of een ng heeft.
B
op te schrijven welke woorden er bij het WG of het NG horen.
C
Geen van beide antwoorden.

Slide 25 - Quizvraag

Conclusie: Bij de opdrachten van de lijdende en bedrijvende vorm vind ik het nog moeilijk om ....
(Je kunt meerdere antwoorden aanklikken.)
A
te zien of een zin in de lijdende of de bedrijvende vorm staat.
B
de zin te veranderen van de ene in de andere vorm.
C
Geen van beide antwoorden.

Slide 26 - Quizvraag

Je kunt nu verder met je weektaak.

Slide 27 - Tekstslide