Herhalen grammatica P.2 2KB

Herhalen grammatica P.2 2KB
Zelf bedachte vragen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Herhalen grammatica P.2 2KB
Zelf bedachte vragen

Slide 1 - Tekstslide

Is we in de volgende zin persoonlijk of bezittelijk:
Volgende week gaan we met z'n drieën naar de bios.

Slide 2 - Open vraag

Wat moet er op de stippellijn:
Dit is .... boek

Slide 3 - Open vraag

Hoe verwijs je naar personen, dieren of dingen

Slide 4 - Open vraag

Waarom hebben we leestekens

Slide 5 - Open vraag

Wat moet achter:
'Waarom heb je in een vliegtuig wel zwemvesten, maar geen parachutes

Slide 6 - Open vraag

Wat moet op de puntjes:
Heb jij ... muziek geschreven?
A
Deze
B
Dezen
C
Rare
D
Leuke

Slide 7 - Quizvraag

Welk leesteken moet hierachter:
George roept dat morgen alle lessen uitvallen

Slide 8 - Open vraag

Welk leesteken hoort er bij een vraagzin?

Slide 9 - Open vraag

Waar moeten de aanhalingstekens:
Ik roep: hoi

Slide 10 - Open vraag

Welk woord is het voegwoord:
Ik ga vandaag met de bus, omdat het regent

Slide 11 - Open vraag

Wat is het voegwoord:
Zullen we morgen Chinees bestellen, als je bij ons komt eten?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het voegwoord:
Carlijn wilde haar werkstuk verbeteren, maar dat mocht niet van de docent.

Slide 13 - Open vraag

Wat voor woord is mening?

Slide 14 - Open vraag

Welk woord hoort niet in het rijtje:
Gulden - Haarlem - onder - zee

Slide 15 - Open vraag

Wat is het zelfstandig naamwoord in:
'Tijdens de gymles doen we elke week een andere sport.

Slide 16 - Open vraag

Tussen welke vormen moet je een komma zetten?

Slide 17 - Open vraag

Kies het goede antwoord
A
Hoi ik, zit op Prinsentuin
B
Hoi, ik zit op Prinsentuin
C
Hoi ik zit op, Prinsentuin

Slide 18 - Quizvraag

Waarom staat er een komma:
Ik heb een lamp gekregen, want die vind ik leuk
A
Staat een voegwoord in
B
Het is een opsomming
C
Twee persoonsvormen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het goede antwoord?
A
kinder bueno
B
Kinder bueno
C
Kinder Bueno
D
KINDER BUENO

Slide 20 - Quizvraag

Staan de leestekens goed:
Een hamster kan wel 4 jaar oud worden.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cadeau

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van cadeau

Slide 23 - Open vraag

Verbeter de zin:
Het bekende logo van het sociale media platform facebook is een duimje

Slide 24 - Open vraag

In welke letter verandert de F in een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 25 - Open vraag

Op welke letter eindigen stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 26 - Open vraag

Wat moet je doen als de laatste letter in een bijvoeglijk naamwoord een medeklinker is?

Slide 27 - Open vraag

Wat zijn verwijswoorden?

Slide 28 - Open vraag

Welke hoort er niet bij?
A
De woorden - mannelijk
B
Het woorden - onzijdig
C
De woorden - dier
D
De woorden - vrouwelijk

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord is 'de woorden - mannelijk'
A
Docente
B
Twee
C
Wagen
D
Duikbril

Slide 30 - Quizvraag