werkwoordspelling en samenstelling

Quiz
Kern Taalverzorging A + B
Werkwoordspelling en samenstelling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz
Kern Taalverzorging A + B
Werkwoordspelling en samenstelling

Slide 1 - Tekstslide

Hij loopt altijd langs de singel naar school.
A
loopt is persoonsvorm
B
loopt is voltooid deelwoord

Slide 2 - Quizvraag

Dit weekend heeft het erg gesneeuw...
A
gesneeuwd.
B
gesneeuwt.

Slide 3 - Quizvraag

Er is een ernstig ongeluk gebeurd.
A
gebeurd is persoonsvorm
B
gebeurd is voltooid deelwoord

Slide 4 - Quizvraag

Hij is vanaf de hoge heuvel geslee...
A
gesleet.
B
gesleed.

Slide 5 - Quizvraag

Maar liever was hij naar school gefiet....
A
gefietsd.
B
gefietst.

Slide 6 - Quizvraag

We hebben de hele middag lekker op de bank gechil...
A
gechild
B
gechilt

Slide 7 - Quizvraag

Vroeger fax... we belangrijke papieren
A
faxden
B
faxten

Slide 8 - Quizvraag

De tandarts vroeg of ik wel had (flossen)
A
geflost
B
geflosst
C
gefloset
D
geflosd

Slide 9 - Quizvraag

Al (neuriën) tijdens de les bleek mijn microfoon helaas (unmuten)
A
neuriënt, geünmutet
B
neuriënd, unmuted
C
neuriënd, geünmutet
D
neuriënt, ungemutet

Slide 10 - Quizvraag

Mijn SO taalverzorging bij meneer Schaart heb ik echt tantoe (slayen)
A
geslayed
B
geslayt
C
geslaagd
D
geslayd

Slide 11 - Quizvraag

Je schrijft een tussen-n in de samenstelling als...
A
het eerste deel een bn is dat eindigt op -en
B
het eerste deel een zn is
C
het eerste deel een zn is en het meervoud eindigt op -en
D
het eerste deel een zn is dat eindigt op -en

Slide 12 - Quizvraag

Wat moet je als eerste doen om te bepalen of de samenstelling geschreven wordt
met een tussen-n?
A
Je splitst de samenstelling in losse woorden.
B
Je kijkt of het eerste deel een meervoud heeft op -en.
C
Je kijkt of er bijzonderheden zijn.
D
Je kijkt of het eerste deel een zn is.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe schrijf je dit woord?
A
zonnebril
B
zonnenbril

Slide 14 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 15 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 16 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 17 - Quizvraag

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar één van.
B
Het eerste deel heeft twee meervouden.
C
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 18 - Quizvraag

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar één van.
B
Het eerste deel heeft twee meervouden.
C
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 19 - Quizvraag