Voedingsleer

Voeding en gezondheid
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voeding en gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voedingsleer?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsleer is? (wiki)
De voedingsleer omvat zowel de kennis van de voedingswaarde (het gehalte aan nuttige voedingsstoffen) van verschillende soorten voedingsmiddelen, als de kennis van de menselijke stofwisseling, na voedselinname, op het niveau van de weefsels (fysiologisch), de cellen (biologisch) en de biomoleculen en mineralen (biochemisch).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoffen en voeding
Voeding bestaat uit voedingsstoffen
Dit zijn stoffen die ons lichaam opneemt en gebruikt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstoffen
ken je?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoffen
Koolhydraten (suikers en zetmelen)
Lipiden (vetten)
Proteïnen (eiwitten)
Vitaminen
Mineralen
Water

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levert energie
Levert geen energie

Water
Mineralen
Vitaminen
Eiwitten
Vetten
koolhydraten

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten (sachariden)
Suiker
Zetmeel
Spiersuiker

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten (sachariden)?
Koolhydraten zijn voedingsstoffen die je lichaam energie geven. Ze zitten in veel verschillende soorten voedsel, zoals groenten, fruit, granen en zuivelproducten. Er zijn twee hoofdsoorten koolhydraten: enkelvoudige en complexe. Enkelvoudige koolhydraten zijn snelle suikers die je lichaam makkelijk opneemt en verteert. Ze zitten bijvoorbeeld in snoep, frisdrank, honing en witbrood. Complexere koolhydraten zijn zetmeel en vezels die je lichaam langzamer opneemt en verteert. Ze zitten bijvoorbeeld in volkorenbrood, havermout, peulvruchten en groene groenten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
Komt in dierlijke en plantaardige voeding voor
Dierlijke voeding makkelijke leverancier van eiwitten
Plantaardige voeding moet je meer van eten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
VET=LEKKER!!!!!!
Komt in dierlijke en plantaardige voeding voor
Over het algemeen is plantaardige vet gezonder

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
Geen bouwstof maar een regulerende stof

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macro- en micronutriënten
Voedingsstoffen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn macronutriënten ?
Macronutriënten zijn de voedingsstoffen die jou van energie voorzien: koolhydraten, eiwitten en vetten. Het zijn de basisbouwstenen van elk voedingsmiddel. Je krijgt ze automatisch binnen als je iets eet. Elke macronutriënt vervult verschillende functies in je lichaam en voorziet je van belangrijke micronutriënten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn micronutriënten?
 Micronutriënten zijn voedingsstoffen waarvan we slechts een kleine hoeveelheid nodig hebben om te functioneren. De drie soorten micronutriënten zijn vitamines, mineralen en spoorelementen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macronutriënten versus micronutriënten, verschil? 
De  die we nodig hebben is niet het enige verschil met macronutriënten (koolhydraten, vetten en eiwitten). Macro’s zijn letterlijk een soorthoeveelheid brandstof die je lichaam kan omzetten in energie. Macronutriënten leveren dus calorieën en micronutriënten niet.
 
Micronutriënten zijn geen rechtstreekse brandstof, maar het zijn wel vitale voedingsstoffen die mee bijdragen aan de energieprocessen, de celdeling en de normale werking van je zenuwstelsel.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macronutriënten
Micronutriënten
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Vitamines
Mineralen
Spoorelementen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
- Bestaan uit..?
- reeks van aminozuren!!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aminozuren?
  • 22 verschillende  aminozuren
  • Essentieel en niet essentieel
  • 9 essentiële aminozuren
  • De bouwstenen van eiwitten
  • Verschillende aminozuren koppelen aan elkaar en vormen een eiwit

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
  • Enkelvoudig of meervoudig
  • Onverteerbaar of verteerbaar

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudig
  • Monosacharide > bestaat uit één sacharide

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoudig
  • Disacharide > bestaat uit twee sachariden (lactose)
  •  Oligosacharide > bestaat uit 3 tot 9 sachariden
  • Polysacharide > bestaat uit meer dan 9 sachariden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zetmeel = polysacharide

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteerbaar en onverteerbaar
  • Welke koolhydraten zouden onverteerbaar zijn?
  • Vezels! > leveren geen energie, wel belangrijk voor de gezondheid!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
- Onverzadigde vetten vs verzadigde vetten
- Vet is altijd een mengsel van de twee
- Verschillende soorten vetten

 Wat is wat?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transvetten
  • Een type onverzadigde vetzuren
  • Maar niet goed voor de gezondheid
  • Ontstaan bij het industrieel gedeeltelijk harden van vetten
  • Vroeger bevatten producten veel meer transvetten dan nu (margarines, frituur-, bak- en braadvetten, gebak, snacks)
  • Nu mogen producten maximaal 2 gram transvetzuren per 100 gram vet bevatten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn transvetten ongezond?
  • Verhoging van het LDL cholesterol
  • Verlaging van het HDL cholesterol
  • Deze verhogen allebei het risico op hart- en vaatziekten
  • Er is ook een direct verband gevonden tussen transvetten en het ontstaan van hart- en vaatziekten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol
  • Nog een ander type vet
  • Wordt gemaakt door je lever en een klein deel komt uit je voeding
  • Wat is het verschil tussen HDL en LDL cholesterol? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke typen vet zijn er allemaal?

Slide 33 - Open vraag


    Verzadigd vet (de 'slechte' vetten die het cholesterol in ons bloed verhogen)
    Enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren zoals linolzuur ('goede' vetten die het cholesterol in ons bloed zelfs verlagen)
    Cholesterol.

Welke typen vet zijn er?

  • Verzadigd vet (de 'slechte' vetten die het cholesterol in ons bloed verhogen)
  • Enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren zoals linolzuur ('goede' vetten die het cholesterol in ons bloed zelfs verlagen)
  • Cholesterol

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitamines-mineralen-spoorelementen?


Wat is het verschil?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitamines-mineralen-spoorelementen?


Het belangrijkste verschil tussen vitamines en mineralen is een scheikundig verschil. Vitamines komen uit de levende natuur en kunnen door sommige planten of dieren zelf gemaakt worden, terwijl mineralen uit de dode natuur komen en door planten moeten worden opgenomen uit de aarde en door dieren uit voeding of water.


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mineralen-spoorelementen?
\
Het verschil tussen mineralen en spoorelementen is de hoeveelheid waarin het lichaam ze nodig heeft. Van mineralen heb je meer nodig dan van spoorelementen. Bekend is dat de mineralen calcium, magnesium, kalium, natrium, chloride en fosfor essentieel zijn. Essentiële spoorelementen zijn jodium, ijzer, chroom, koper, zink, mangaan, seleen en molybdeen. Voor het gemak zijn alle mineralen en spoorelementen te vinden onder mineralen.






Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energie
  • Waar meten we energie in?
  • Wat is een calorie?
  • Hoe komt de bepaling voor de hoeveelheid nodige energie tot stand?
  • Wat is de BMR?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat
  • Eiwitten > bestaan uit aminozuren (essentieel en niet essentieel) > 4 kcal per gram
  • Koolhydraten > monosachariden, disachariden, oligosachariden, polysachariden en verteerbaar of onverteerbaar > 4 kcal per gram
  • Vetten > triglyceriden, onverzadigd, verzadigd, transvetten, cholesterol (HDL & LDL)  > 9 kcal per gram

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies