Pathologie p2 week 6

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBO

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noiceptische pijn
Viscerale pijn
neuropatische pijn
vasculaire pijn
oncologische pijn
pijn bij de organen
pijn door zenuwbeschadiging
pijn door weefselschade 
pijn bij kanker
pijn door vaatlijden

Slide 3 - Sleepvraag

Erytrocyten: De rode bloedcellen zorgen voor 99% van de zuurstoftoevoer in het lichaam.

Hemoglobine en ijzer: IJzer is belangrijk voor de vorming van hemoglobine, een onderdeel van rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door ons lichaam. IJzer is verder nodig om in onze cellen energie te produceren en ijzer draagt bij aan een normale werking van het afweersysteem.

Witte bloedcellen: Witte bloedcellen - ook wel leukocyten genoemd - zitten veel in je bloed en lymfeweefsel, maar zijn ook in de rest van het lichaam aanwezig. Ze beschermen je lichaam tegen lichaamsvreemde, schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten. Daarnaast helpen ze bij het opruimen van afgestorven cellen in het lichaam.

Bloedplaatjes: 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er aan de hand met de lichaamscellen die een tumor vormen?
A
kunnen zich niet meer delen
B
ze hebben een overmatige celdeling
C
ze delen zich langzamer dan gezonde cellen
D
zaait zich niet uit

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van een benigne tumor?
A
snelle groei
B
dringt door in omliggend weefsel
C
is altijd dodelijk
D
zaait zich niet uit

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met hematogene metastasering
A
het doorgroeien van een tumor in omliggend weefsel
B
uitzaaiing van een tumor via de lymfe
C
uitzaaiing van een tumor via de bloedbaan
D
alle antwoorden zijn fout

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een adjuvante behandeling?

A
Een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd ná een curatievebehandeling
B
Een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd vóór een curatieve behandeling
C
Behandeling met cytostatica
D
Behandeling met straling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is radiotherapeutische behandeling?

A
Behandeling met cytostatica
B
Behandeling met hormonen
C
Behandeling met medicatie die de afweerreactie tegen de tumorcellen stimuleert
D
Behandeling met medicatie die de afweerreactie tegen de tumorcellen stimuleert

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier en wat kan je erover vertellen?
timer
1:00

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oorzaak van het ontstaan van een tumor is een verandering in het erfelijk materiaal van een cel.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepaalde virussen vormen een risicofactor voor het ontstaan van tumoren.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaadaardige tumoren kenmerken zich door expansieve groei.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benigne gezwellen zaaien zich niet uit.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij hematogene metastasering breidt de tumor zich uit via het lymfevocht
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een adjuvante behandeling wordt uitgevoerd na een curatieve behandeling.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillende type behandelingen zijn er? En wat houden deze in?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

gericht op genezing 
gericht op afremmen van de tumor of verminderen van de klachten wanneer de ziekte ongeneeslijk is
toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd na een curatieve behandeling
een toegevoegde behandeling die uitgevoerd wordt vóór een curatieve behandeling
Curatieve behandeling
Palliatieve behandeling
Adjuvante behandeling
Neo adjuvante behandeling

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies