les 1

Module Bedrijfseconomie 
en ondernemerschap

Hoofdstuk 1: Organisatie en marketing

van dit hoofdstuk behandelen we:
§1.1 organisaties
§1.3 personeel    
§1.4 marketing   

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Module Bedrijfseconomie 
en ondernemerschap

Hoofdstuk 1: Organisatie en marketing

van dit hoofdstuk behandelen we:
§1.1 organisaties
§1.3 personeel    
§1.4 marketing   

Slide 1 - Tekstslide

Commerciële- en niet commerciële organisaties
  • Commerciële Organisaties: Bedrijven en organisaties die geld proberen te verdienen en zoveel mogelijk winst probeert te behalen, zoals Jumbo en Bol.com
  • Niet commerciële organisaties: Organisaties of bedrijven die geen winst proberen te maken, zoals het CSG Bogerman of het Rode Kruis

Slide 2 - Tekstslide

Natuurlijke- en rechtspersonen
  • Natuurlijke personen: de ondernemer is persoonlijk verantwoordelijk en aansprakelijk. Bij een faillissement is de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk
  • Rechtspersonen: het bedrijf heeft zelf bezittingen en schulden. Bij een faillissement is het bedrijf zelf aansprakelijk.

Slide 3 - Tekstslide

Motieven om een eigen zaak te beginnen

  • Een goed idee hebben en/of een mooi product willen leveren.
  • Eigen keuzes willen maken en eigen baas zijn.
  • Familiezaak willen voortzetten.
  • Streven naar winst. Als ondernemer kun je veel geld verdienen, mits je het goed doet. 

Slide 4 - Tekstslide

Risico's die je neemt met een eigen zaak
  • Je bedrijf kan failliet gaan. Dit kan voor het volgende zorgen:
  • Je hebt geen werk meer, want je bedrijf bestaat niet meer.
  • Je moet al je eigen geld gebruiken om de schulden van je bedrijf af te       betalen.
  • Het kan gebeuren dat wanneer je alles van je failliete bedrijf hebt verkocht er nog een schuld overblijft. Afhankelijk van het type bedrijf dat je hebt, moet je die schuld zelf terugbetalen.  

Slide 5 - Tekstslide

Hoe start je een bedrijf:

  1. Je gaat bij de gemeente navragen of je het bedrijf die je wilt starten wel mag starten. Sommige type bedrijven (zoals een camping) mag je niet overal starten en voor sommige bedrijven heb je diploma's nodig om die te mogen beginnen.
  2. Inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK) en aanmelden bij de Belastingdienst.
  3. Een ondernemingsvorm uitkiezen. De ondernemingsvorm geeft aan wie de eigenaren zijn, wat voor belasting je over de winst gaat betalen en wat voor risico's je loopt

Slide 6 - Tekstslide

 natuurlijke personen
}
}
 rechts persoon
Je hebt de volgende commerciële ondernemingsvormen:
  • Eenmanszaak
  • Vof
  • Maatschap
  • BV
  • NV
Je hebt de volgende niet-commerciële ondernemingsvormen:
  • Vereniging 
  • Stichting

Slide 7 - Tekstslide

Eenmanszaak:
  • Er is 1 eigenaar die de baas is. De ondernemer kan wel personeel in dienst hebben.
  • Het geld van het bedrijf en het geld van de eigenaar zijn niet van elkaar gescheiden. Dat betekent dat de schuldeisers van het bedrijf de privé spullen van de eigenaar kan claimen.
  • De eigenaar betaalt inkomstenbelasting.
  • Natuurlijk persoon


Slide 8 - Tekstslide

VOF
  • Er zijn 2 of meerdere eigenaren.
  • Het geld van het bedrijf en het geld van de eigenaren zijn niet van elkaar gescheiden. Dat betekent dat de schuldeisers van het bedrijf de privé spullen van de eigenaren kan claimen.
  • De eigenaar betaalt inkomstenbelasting.
  • Natuurlijk persoon



Slide 9 - Tekstslide

Maatschap
  • Er zijn 2 of meerdere eigenaren met één beroep onder één naam.
  • Het geld van het bedrijf en het geld van de eigenaren zijn niet van elkaar gescheiden. Dat betekent dat de schuldeisers van het bedrijf de privé spullen van de eigenaren kan claimen.
  • De eigenaar betaalt inkomstenbelasting.
  • Natuurlijk persoon



Slide 10 - Tekstslide

BV (Besloten vennootschap)
  • De eigenaren zijn aandeelhouders.
  • De aandelen van het bedrijf kunnen niet vrij worden verhandeld en de aandelen komen op naam te staan.
  • Een ondernemingsvorm waarbij het geld van het bedrijf en eigenaren gescheiden zijn. Ook de schulden zijn gescheiden. Als een bedrijf failliet gaat kunnen de schuldeisers niet het privé geld van de eigenaren claimen.
  • Over de winst word vennootschapsbelasting betaald.
  • Rechtspersoon

Slide 11 - Tekstslide

NV (Naamloze vennootschap) 
  • De eigenaren zijn aandeelhouders.
  • De aandelen van het bedrijf kan vrij mee worden gehandeld.
  • 2 ondernemingsvormen waarbij het geld van het bedrijf en eigenaren gescheiden zijn. Ook de schulden zijn gescheiden. Als een bedrijf failliet gaat kunnen de schuldeisers niet het privé geld van de eigenaren claimen.
  • Over de winst word vennootschapsbelasting betaalt.
  • Rechtspersoon

Slide 12 - Tekstslide

Vereniging
  • Een vereniging is net als een stichting een organisatie die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. 
  • Vaak ontvangt ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Een eventuele winst mag niet gehouden worden maar moet besteed worden aan het doel van de vereniging. 
  • Daarom is ook een vereniging niet-commercieel.
  • Een vereniging heeft leden. 
  • Rechtspersoon

Slide 13 - Tekstslide

Stichting
  • Een stichting is een organisatie die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken.
  • Vaak ontvangt ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Een eventuele winst mag niet gehouden worden maar moet besteed worden aan het doel van de stichting. 
  • Daarom is een stichting niet-commercieel.
  • Een stichting heeft geen leden.
  • Rechtspersoon

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Huiswerk volgende les:

doornemen §1.1 
maken de opdrachten 

Slide 16 - Tekstslide