les 1

Module Bedrijfseconomie 
en ondernemerschap

Hoofdstuk 1: Organisatie en marketing


§1.1 organisaties
   

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Module Bedrijfseconomie 
en ondernemerschap

Hoofdstuk 1: Organisatie en marketing


§1.1 organisaties
   

Slide 1 - Tekstslide

Commerciële- en niet commerciële organisaties
  • Commerciële Organisaties: Bedrijven en organisaties die geld proberen te verdienen en zoveel mogelijk winst probeert te behalen, zoals Jumbo en Bol.com
  • Niet commerciële organisaties: Organisaties of bedrijven die geen winst proberen te maken, zoals het CSG Bogerman of het Rode Kruis

Slide 2 - Tekstslide

Natuurlijke- en rechtspersonen
  • Natuurlijke personen: de ondernemer is persoonlijk verantwoordelijk en aansprakelijk. Bij een faillissement is de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk
  • Rechtspersonen: het bedrijf heeft zelf bezittingen en schulden. Bij een faillissement is het bedrijf zelf aansprakelijk.

Slide 3 - Tekstslide

 natuurlijke personen
}
}
 rechts persoon
Je hebt de volgende commerciële ondernemingsvormen:
  • Eenmanszaak
  • Vof
  • Maatschap
  • BV
  • NV
Je hebt de volgende niet-commerciële ondernemingsvormen:
  • Vereniging 
  • Stichting

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag!
 Vul het schema in!
10 minuten voor het einde van de les bespreken we het schema.

Slide 5 - Tekstslide

Eenmanszaak:
  • Er is 1 eigenaar die de baas is. De ondernemer kan wel personeel in dienst hebben.
  • Het geld van het bedrijf en het geld van de eigenaar zijn niet van elkaar gescheiden. Dat betekent dat de schuldeisers van het bedrijf de privé spullen van de eigenaar kan claimen.
  • De eigenaar betaalt inkomstenbelasting.
  • Natuurlijk persoon


Slide 6 - Tekstslide

VOF
  • Er zijn 2 of meerdere eigenaren.
  • Het geld van het bedrijf en het geld van de eigenaren zijn niet van elkaar gescheiden. Dat betekent dat de schuldeisers van het bedrijf de privé spullen van de eigenaren kan claimen.
  • De eigenaar betaalt inkomstenbelasting.
  • Natuurlijk persoon



Slide 7 - Tekstslide

BV (Besloten vennootschap)
  • De eigenaren zijn aandeelhouders.
  • De aandelen van het bedrijf kunnen niet vrij worden verhandeld en de aandelen komen op naam te staan.
  • Een ondernemingsvorm waarbij het geld van het bedrijf en eigenaren gescheiden zijn. Ook de schulden zijn gescheiden. Als een bedrijf failliet gaat kunnen de schuldeisers niet het privé geld van de eigenaren claimen.
  • Over de winst word vennootschapsbelasting betaald.
  • Rechtspersoon

Slide 8 - Tekstslide

NV (Naamloze vennootschap) 
  • De eigenaren zijn aandeelhouders.
  • De aandelen van het bedrijf kan vrij mee worden gehandeld.
  • 2 ondernemingsvormen waarbij het geld van het bedrijf en eigenaren gescheiden zijn. Ook de schulden zijn gescheiden. Als een bedrijf failliet gaat kunnen de schuldeisers niet het privé geld van de eigenaren claimen.
  • Over de winst word vennootschapsbelasting betaalt.
  • Rechtspersoon

Slide 9 - Tekstslide

Maatschap
  • Er zijn 2 of meerdere eigenaren met één beroep onder één naam.
  • Het geld van het bedrijf en het geld van de eigenaren zijn niet van elkaar gescheiden. Dat betekent dat de schuldeisers van het bedrijf de privé spullen van de eigenaren kan claimen.
  • De eigenaar betaalt inkomstenbelasting.
  • Natuurlijk persoon



Slide 10 - Tekstslide

Vereniging
  • Een vereniging is net als een stichting een organisatie die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. 
  • Vaak ontvangt ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Een eventuele winst mag niet gehouden worden maar moet besteed worden aan het doel van de vereniging. 
  • Daarom is ook een vereniging niet-commercieel.
  • Een vereniging heeft leden. 
  • Rechtspersoon

Slide 11 - Tekstslide

Stichting
  • Een stichting is een organisatie die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken.
  • Vaak ontvangt ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Een eventuele winst mag niet gehouden worden maar moet besteed worden aan het doel van de stichting. 
  • Daarom is een stichting niet-commercieel.
  • Een stichting heeft geen leden.
  • Rechtspersoon

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide