In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
TODAY
- Candy test
- Grammar
Slide 1 - Tekstslide
tweede (in een wedstrijd)
Slide 2 - Open vraag
to pay off
Slide 3 - Open vraag
eigenlijk, werkelijk
Slide 4 - Open vraag
boisterous
Slide 5 - Open vraag
zichtbaar
Slide 6 - Open vraag
E. Grammar
Grammar 13. Present perfect and past simple p. 75
Slide 7 - Tekstslide
Hoe vorm je de present perfect (werkwoorden)?
Slide 8 - Open vraag
Present perfect
have/has + voltooid deelwoord have = I, you, we, you they has = he, she, it Voltooid deelwoord: 1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked 2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > I have been
Slide 9 - Tekstslide
Present perfect
Voorbeelden: I have worked since 3 am. She has been to London twice. We have walked for 2 hours now.
Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.
Slide 10 - Tekstslide
Present perfect
Gebruik present perfect: 1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang. 2. praten over ervaringen. 3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe vorm je de past simple (werkwoorden)?
Slide 12 - Open vraag
Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord.
Dit ww zet je in de verleden tijd. 2 manieren: 1. werkwoord + ed > worked 2. tweede rijtje van de onregelmatige werkwoorden > been
Slide 13 - Tekstslide
Past simple
Wanneer gebruik je de past simple? - iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.
Je kan de past simple herkennen aan woorden als: last year, yesterday, in 2010. Dit zijn tijdsbepalingen.
Slide 14 - Tekstslide
Verschil present perfect en past simple
Wat is het verschil? Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen. Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.
Slide 15 - Tekstslide
Verschil present perfect en past simple
signaalwoorden:
Present perfect: already, for, since, how long. (fynejas) Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
I have been in Nottingham for a week.
A
Present perfect
B
Past simple
Slide 18 - Quizvraag
It was on offer last week.
A
Present perfect
B
Past simple
Slide 19 - Quizvraag
Yet
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 20 - Quizvraag
Yesterday
A
Past Simple
B
Present Perfect
Slide 21 - Quizvraag
Two days ago
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 22 - Quizvraag
For 5 years
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 23 - Quizvraag
Never
A
Past Simple
B
Present perfect
Slide 24 - Quizvraag
A year ago
A
Past simple
B
Present Perfect
Slide 25 - Quizvraag
Already
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 26 - Quizvraag
So far
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 27 - Quizvraag
How long
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 28 - Quizvraag
A decade ago
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 29 - Quizvraag
Present perfect of past simple?
Volg deze stappen 1. Is het op dit moment aan de gang? ja: present perfect - nee: ga naar vraag 2 2. Gaat het over ervaringen tot nu toe? ja: present perfect - nee: ga naar vraag 3. 3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar? ja: present perfect - nee: past simple.