Lundi le 7 octobre

Havo 2a: lundi le 7 octobre
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 2a: lundi le 7 octobre

Slide 1 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui
- L'examen Unité: mardi 15 octobre (Zie Magister wat je moet leren/beheersen)
1er Cours - Partie 1 (08:30 - 09:20)
- Corriger et discuter les devoirs
- Les pays aves des prépositions
- Continuer avec la partie: Écrire (livre)
2ème Cours - Partie 2 (09:20 - 10:10)
- Diagnostische toets
- Travailler individuellement (de opties zal je straks zien)

Slide 2 - Tekstslide

Corriger les devoirs: Exercice 20 (p.30)

Slide 3 - Tekstslide

Corriger les devoirs: Exercice 21

Slide 4 - Tekstslide

Discuter les devoirs: Exercice 22 (pages 30/31

Slide 5 - Tekstslide

Les pays et leur préposition

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt je op?
La France - Le Portugal - Les Pays-Bas

Slide 7 - Open vraag

En français...
Les pays ont une préposition (voorzetsel) !

Par exemple: La France


Slide 8 - Tekstslide

Prépositions des pays
Le Maroc
La France 
L'Espagne
Les Pays-Bas

Slide 9 - Tekstslide

Welk lidwoord gebruik je?
Landennamen die eindigen op een -e = vrouwelijk
landennamen die eindigen op een -s
meervoud
landennamen die eindigen op een andere letter
mannelijk
Landennamen die met een klinker beginnen
LA 
LES
LE
L'
La France, la Belgique etc.
Les Pays-Bas, les États-Unis etc.
Le Portugal, le Danemark, etc.
L'Espagne, l'Allemagne etc.

Slide 10 - Tekstslide

Om aan te geven dat je in of naar een land gaat..

Slide 11 - Tekstslide

Préposition: les pays, les villes, les villages

Slide 12 - Tekstslide

Voorzetsels in en naar voor steden/landen 
-Marc habite à Bruxelles.
-J'ai été en France. (f)
- Luis a une amie en Allemagne (f)
-Tu vas aux Etats-Unis? (p)
-Non, je vais au Portugal (m)

Slide 13 - Tekstslide

Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'. 
Voorbeeld:
        Je vais à Paris 
        J'habite à Groningue

Slide 14 - Tekstslide

Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'. 

Voorbeeld:
        En Afrique  En Asie
        En Europe  En Amérique
        En Océanie
        

Slide 15 - Tekstslide

Pays: féminins
  • Bij landen heb je drie opties: en / au / aux

  • Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je weten of het land vrouwelijk, mannelijk of meervoud is. Om dit te bepalen, kijk je naar  de laatste letter van het land



Slide 16 - Tekstslide

Pays: masculins
  • laatste letter geen -e of -s
  • masculin (mannelijk)
  • in / naar: 'Au'
  •  Au Luxembourg                                        Au Canada                                                  Au Japon

Slide 17 - Tekstslide

Pays 
  • laatste letter een -e
  • Féminin (vrouwelijk)
  • in /naar: 'En'
  •  En Espagne                                                En France

Slide 18 - Tekstslide

Pays
  • laatste letter: -s
  • Pluriel (meervoud)
  • in / naar: 'Aux'
  •  Aux États-Unis
        Aux Pays-Bas

Slide 19 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
Mes parents vont _________ France
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 20 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Rotterdam, c'est __________ Pays-Bas
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 21 - Quizvraag

Vul in:
Ronald Koeman a une maison ______ Portugal
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 22 - Quizvraag

Vul in:
Il fait très froid __________ Suède
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 23 - Quizvraag

Au travail
Faites exercice 25 
  • individuellement
  • 3 minutes

Slide 24 - Tekstslide

Au travail
Exercice 26 (p.35)
- De losse woorden moet je eerst vertalen naar het Frans
- Gebruik hiervoor de tekst op page 34 en/of gebruik Apprendre 8
- Daarna ze je de woorden in de juiste zin
- Kijk hiervoor ook naar de context (de woorden erachter en ervoor om de zin beter te kunnen begrijpen)
10 minutes
==>> Fini? =>> Exercice 28 (pages 35 et 36)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Diagnostische toets: Unité 1 - Deel1
  • Faire sans livres! 
  • 15 minutes
  • Concentrez-vous bien! 
  • Le travail individuel

Fini?
- Exercice 28 t/m 30 maken aux pages 35-37
- Exercices aux pages 47-49
- Lire extra: pages 44-46

Slide 28 - Tekstslide

Diagnostische toets: corriger (en classe)
Open het Word-bestand van de D-toets

Slide 29 - Tekstslide

Les dernières 20 minutes vous allez..
faire (choisissez entre = kies uit)
  • Exercice 28 t/m 30 maken aux pages 35-37
  • Exercices afmaken aux pages 47-49
  • Lire extra: pages 44-46

Le travail individuel en toute silence


Slide 30 - Tekstslide

Les devoirs: pour jeudi 10 octobre
Apprendre pour l'examen (leren voor de toets)
  • Zie Magister 'proefwerk' di 15 oktober wat je allemaal moet leren! 
Bonne courage! 

Slide 31 - Tekstslide