H1 woordenschat vergelijking klas 2

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat H1
Vergelijking

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Na deze les weet je weer wat een vergelijking inhoudt en hoe je deze in een zin kan herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al?
Je kamer lijkt wel een zwijnenstal!

Zo slim als de docent Nederlands.

Zo lief als de leerlingen uit klas 2.

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken, het object en het beeld.

Hij is zo gek als een deur
De vijand kwam als een dief in de nacht
Hij ging er als een haas vandoor
De winnaar was zo trots als een pauw

Slide 5 - Tekstslide

Snap je het?

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak nu opdracht  1 en 2
Alleen en in stilte

Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs.
Klaar? Ga verder met opdracht 3, 4 en 5

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2  vraag 1

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2
Jan en alleman = alle aanwezigen / iedereen
Relatief = nogal / tamelijk
Recente = nieuwe
Norm = regel
Introduceren = voorstellen
Nooit ofte nimmer = helemaal nooit
Langdradige = langdurige en saaie
Kwelling = grote last
Onderhevig = gebonden
Standaard = norm / regel
Gangbaar = gewoon
Variaties = verschillen
Demonstreren = duidelijk maken/laten zien
Internationaal = op de hele wereld
Non-verbaal = zonder woorden / in gebaren
Lokale = plaatselijke

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2
al. 1: (Baal) balen als een stekker: meer dan genoeg hebben van; een hekel hebben aan.
al. 1: Buigen als een knipmes: zeer onderdanig doen.
al. 2: Zo oud als de weg naar Rome: heel erg oud.
al. 3: Zo eerlijk als goud: volkomen eerlijk.
al. 3: Zo doof als een kwartel: stokdoof.
al. 3: Oom Gerard is net een spraakwaterval: hij is voortdurend aan het woord.
al. 4: Een hoofd als een boei: een vuurrood hoofd.
al. 4: Als haringen in een ton: heel dicht op elkaar.
al. 5: Zo brutaal als de beul: zeer brutaal; heel onbehouwen; bot.
al. 6: Zo klaar als een klontje: volkomen duidelijk.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten 3, 4 en 5
Alleen en in stilte

Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs.
Klaar? Lees verder in je leesboek

Wat je in de les niet afkrijgt = huiswerk voor de volgende les

Slide 12 - Tekstslide

Volgende les:
Eerst lezen, neem dus je leesboek mee!
Daarna:
H1 Woordenschat
Opdrachten bespreken
Uitleg voorzetselvoorwerp

Om over na te denken:
Wachten op de trein, is dat letterlijk of figuurlijk?
(morgen het antwoord)

Slide 13 - Tekstslide

Lesafsluiting
Wat heb je geleerd?
Je weet wat een vergelijking inhoudt.
Je weet hoe je een vergelijking in een zin
kunt  vinden.

Troep opruimen!
Stoel aanschuiven!
Fijne lesdag en tot de volgende keer

Slide 14 - Tekstslide