leesvaardigheid onderwerp hoofdgedachte signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

waar of niet waar
De hoofdgedachte van een tekst geef je weer in één zin en het onderwerp geef je weer in één woord of een paar woorden.

1. waar
2. niet waar

Kippenvel
Dit zou het / de ................van een tekst kunnen zijn.
welk woord hoort op de stippellijn te staan?

1. onderwerp
2. hoofdgedachte

Het doel van AAP is om dieren weer gezond te maken en een nieuw onderkomen voor ze te zoeken.
Dit is (dus) een voorbeeld van ....................

1. een hoofdgedachte
2. een onderwerp

een recept is een voorbeeld van een

1. betoog
2. uiteenzetting
3. instructieve tekst
4. informatieve tekst

Een reclametekst is een voorbeeld van een

1. betoog
2. beschouwing
3. activerende tekst
4. informatieve tekst

Stichting AAP vangt verboden circusdieren op.
Welke vraag hoort hierbij?

1. Wat is Stichting AAP?
2. Wat doet Stichting AAP?
3. Waarom vangt Stichting AAP circusdieren op?
4. Waarom vangt Stichting AAP alleen circusdieren op en geen honden en katten?

De tarantula's zijn klaar wanneer de poten en de borstholte open zijn geknapt.

Welke vraag kun je bij deze uitspraak stellen?

1. Wanneer is een tarantula klaar?
2. Hoe eet je de tarantula?
3. Waar kun je tarantula's kopen?
4. Wat is een tarantula?

De tarantula smaakte ook goed, maar die zal ik nooit meer eten.
maar: signaalwoord dat een.......verband aangeeft. Welk woord moet op de stippellijn staan?

1. toelichtend
2. chronologisch
3. opsommend
4. tegenstellend

Ik heb ook meelwormen en krekels op pizza's gedaan.
ook: signaalwoord dat een.......verband aangeeft.
Welk woord moet op de stippellijn staan?

1. toelichtend
2. chronologisch
3. oorzakelijk
4. opsommend

Dierendag is leuk voor dieren, want ze worden extra verwend.
want: signaalwoord dat een..........verband aangeeft.
Welk woord moet op de stippellijn staan?

1. redengevend
2. oorzakelijk
3. tegenstellend
4. opsommend

Jorine is vandaag ontzettend blij, __ haar zusje is vannacht geboren.
Welk signaalwoord kun je hier het beste kiezen?

1. omdat (redengevend)
2. want (redengevend)
3. en (opsommend)
4. ook (opsommend)

Jorine heeft allerlei spulletjes voor haar zusje gekocht, __ kleertjes, een knuffeltje en een speentje.
Welk signaalwoord past het beste in deze zin?

1. maar (tegenstellend)
2. ook (opsommend)
3. verder (opsommend)
4. zoals (toelichtend)