les 1 zinsontleding/zinsdelen. (opdr 8/9/11/12/13)

Grammatica blok 2
zinsontleding
zinsdelen


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica blok 2
zinsontleding
zinsdelen


Slide 1 - Tekstslide

Zinsontleding
Wat kan je al? 
- de pv benoemen
- het wwg benoemen
- het onderwerp benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Onze club is gisteren kampioen geworden!

Noteer de pv:

Slide 3 - Open vraag

Onze club is gisteren kampioen geworden!

Noteer het wwg

Slide 4 - Open vraag

Onze club is gisteren kampioen geworden!

Noteer het onderwerp

Slide 5 - Open vraag

De trainer van PSV heeft een pittige training voorbereid.

Noteer het wwg en het onderwerp

Slide 6 - Open vraag

Over een paar dagen gaan mijn ouders een weekendje weg.

Noteer het wwg en het onderwerp

Slide 7 - Open vraag

een zin
Een zin is een verzameling woorden. 
Een zin bestaat uit 2 delen:
1) een deel wat 'zegt' wat de handeling is (=wwg)
2) een deel wat zegt wie/wat de handeling uitvoert (=ond)

bijvoorbeeld:
Lennox en Damian voetballen

Slide 8 - Tekstslide

een zin uitbreiden
Lennox en Damian voetballen.
Deze zin is heel kort. Je kan hem uitbreiden door er delen aan toe te voegen. Deze delen geven extra informatie. 

Je kan informatie toevoegen als: 
wat/wie/aan wie/met wie/wanneer/waar/waarmee/waardoor

Slide 9 - Tekstslide

Let op! 
Zinnen uitbreiden betekent niet 'zomaar' twee blokjes met informatie toevoegen. Je moet ook even checken of de zin goed klopt. 

Breid de zin uit met een 'met wie' 
Lennox en Damian voetballen .... 

Op de volgende slide kun je je antwoord invullen.


Slide 10 - Tekstslide

Grammaticaal correct? 
Een zin is grammaticaal correct als hij klopt.
Als de zinnen begrijpelijk zijn. 
Als je snapt wat er gezegd wordt in de zin. 

Slide 11 - Tekstslide

Breid de volgende zin uit met een 'met wie'.

Lennox en Damian voetballen ...

Slide 12 - Open vraag

Breid de volgende zin uit met een 'waar'.

Lennox en Damian voetballen ...

Slide 13 - Open vraag

Breid de volgende zin uit met een 'waar' en een 'wanneer'.

Mijn ouders lachten

Slide 14 - Open vraag

Huiswerk
Maak opdracht 8, 9, 11, 12 en 13. 
blz 74-76.


Slide 15 - Tekstslide