periode 3: integrale kostprijs methode

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

10-14/02

> Telefoon in telefoonhoes

> Tassen ophangen

> Start pc: ga naar lesson-up 

> Pak een headset

4E

> kostprijs opslagmethode

> kostprijs integrale methode

> Aan het einde van de les kun je de kostprijs berekenen met de integrale methode én je kunt de break-even point berekenen

> kostprijs, constante kosten, variabele kosten, differentiële kostprijs 

> C/N + V/W = kostprijs

> C/(verkoopprijs - differentiële kostprijs) = break-even

> formules kunnen toepassen

> kostprijs, constante kosten, variabele kosten, differentiële kostprijs 

> C/N + V/W = kostprijs

> C/(verkoopprijs - differentiële kostprijs) = break-even

> beluisteren uitleg 4.4 > maken lesson-up vragen

constante kosten per product is 1,50 en de variabele kosten per product is 2,-. Hoeveel is de kostprijs?

1. 1,50
2. 2,-
3. 3,50
4. kun je niet zeggen

constante kosten per product is 1,50 en de variabele kosten per product is 2,-. Hoeveel is de differentiële kostprijs?

1. 1,50
2. 2,-
3. 3,50
4. kun je niet zeggen

De totale constante kosten is 150.000,-. De totale variabele kosten zijn 100.000,-. De normaal productie is 30.000 stuks en de werkelijke productie is 25.000 stuks. Hoeveel is de kostprijs?

1. 7,-
2. 3,-
3. 9,-
4. 2,-

De totale constante kosten is 150.000,-. De totale variabele kosten zijn 100.000,-. De normaal productie is 30.000 stuks en de werkelijke productie is 25.000 stuks. Hoeveel is de differentiële kostprijs?

1. 15,-
2. 3,-
3. 25,-
4. 4,-

De totale constante kosten is 150.000,-. De differentiële kostprijs is 5,-. De normaal productie is 30.000 stuks en de werkelijke productie is 25.000 stuks. Hoeveel is de kostprijs?

1. 10,-
2. 3,-
3. 25,-
4. 4,-

> beluisteren uitleg 4.5 > maken lesson-up vragen

De totale constante kosten is 150.000,-. De totale variabele kosten zijn 50.000,-. De normaal productie is 30.000 stuks en de werkelijke productie is 10.000 stuks. De verkoopprijs is 20,- van het product. Wat is het bedrijfsminimum (afzet)?

1. 150.000 stuks
2. 30.000 stuks
3. 10.000 stuks
4. 50.000 stuks

De totale constante kosten is 150.000,-. De totale variabele kosten zijn 50.000,-. De normaal productie is 30.000 stuks en de werkelijke productie is 10.000 stuks. De verkoopprijs is 20,- van het product. Wat is de break-even point (omzet)?

1. 150.000,-
2. 300.000,-
3. 200.000,-
4. 50.000,-

plickers!!!