H4 Thema 5 Basisstof 3 Zenuwstelsel (Deel 2)

Een zenuwcel stuurt zijn impulsen vanaf de zintuigcellen naar het ruggenmerg. Met welk type zenuwcel hebben we te maken?
A
Schakelcel
B
Sensorische zenuwcel
C
Motorische zenuwcel
D
Waarnemend zenuwcel
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een zenuwcel stuurt zijn impulsen vanaf de zintuigcellen naar het ruggenmerg. Met welk type zenuwcel hebben we te maken?
A
Schakelcel
B
Sensorische zenuwcel
C
Motorische zenuwcel
D
Waarnemend zenuwcel

Slide 1 - Quizvraag

Welke uitloper ontvangt signalen van andere zenuwcellen?
A
Dendriet
B
Axon

Slide 2 - Quizvraag

Wat regelt voornamelijk je hartslag?
A
Het animale zenuwstelsel
B
Het autonome zenuwstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we de overgang tussen 2 zenuwcellen, waar de axon contact maakt met een dendriet?

Slide 4 - Open vraag

Hoe noemen we de stoffen die vrijkomen in de synaptische spleet tijdens de impulsoverdracht?

Slide 5 - Open vraag

Wat heeft een doelwitcel nodig om te een signaal te kunnen ontvangen van een zenuwcel?
A
Receptoren voor hormonen
B
Receptoren voor neurotransmitters
C
Receptoren voor eiwitten
D
Receptoren voor elektrische signalen

Slide 6 - Quizvraag

Volgens welk principe werkt een receptor?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen:
- Je kunt de bouw van de hersenen omschrijven
- Je kunt het verschil uitleggen tussen de grijze en de witte  stof in de hersenen
- Je kunt de bouw van het ruggenmerg omschrijven

Slide 8 - Tekstslide

Lees Blz. 26 t/m 29
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg Basisstof 3 Deel 2
Hersenen en het ruggenmerg

Slide 10 - Tekstslide

Indeling zenuwstelsel

Slide 11 - Tekstslide

Centrale zenuwstelsel
Hersenen:
- Grote hersenen (Cortex)
- Kleine hersenen (Cerebellum)
- Hersenstam 
- 12 paar hersenzenuwen

Ruggenmerg: 
31 paar ruggenmerg zenuwen 
Loopt door het wervelkolom heen

Slide 12 - Tekstslide

Functies hersenonderdelen
Grote hersenen: 
Verwerken informatie vanuit zintuigen
Aansturen motorische effectoren 
Geheugen
Veel verschillende functies onderverdeeld in hersencentra
Kleine hersenen: 
Bewegingen coördineren 
Hersenstam:
Geleidt impulsen van grote en kleine hersenen naar ruggenmerg en vice versa
Bevat centra die hartritme, ademhalingsfrequentie en verwijding/vernauwing van bloedvaten regelen 
In hersenstam kruisen de zenuwbanen (Linker hersenhelft stuurt rechter deel van lichaam aan en vice versa)

Slide 13 - Tekstslide

Grijs en witte stof
Grijze stof = de cellichamen van de zenuwcellen

Witte stof = de uitlopers van de zenuwcellen

Slide 14 - Tekstslide

Voor welk functioneel onderdeel van het zenuwstelsel is de hersenstam extra belangrijk?
A
Het animale zenuwstelsel
B
Het autonome zenuwstelsel

Slide 15 - Quizvraag

De verschillende hersencentra (BINAS 88C) 

Slide 16 - Tekstslide

Het ruggenmerg
Ruggenmerg is een verzamelingen van zenuwcellen en hun uitlopers.

 Het ruggenmerg loopt door de wervelkolom heen. 

Er zijn 31 ruggenmergzenuwen die signalen versturen en ontvangen vanuit het perifere zenuwstelsel (alle zenuwen in het lichaam)

Slide 17 - Tekstslide

Verbindingen in het ruggenmerg
(Rugzijde = gevoelszenuwcellen; Buikzijde = bewegingszenuwen)

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag met de leerdoelen

Slide 19 - Tekstslide

De neuroloog Otto Pötzl ontdekte dat bij sommige van zijn patiënten beelden die zij niet bewust hadden waargenomen, ’s nachts in dromen terugkwamen. Zo konden deze beelden door deze patiënten nauwkeurig worden getekend.

In welk deel van het zenuwstelsel was deze onbewuste informatie opgeslagen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg met aansluitende zenuwen schematisch getekend.

Bij Jane is een zenuw aangetast, waardoor ze haar linker wijsvinger niet meer kan bewegen. Jane heeft nog wel gevoel in die vinger.

Op welke van de genummerde plaatsen kan de zenuw zijn aangetast?
A
Plaats 2
B
Plaats 3
C
Plaats 4
D
Plaats 5

Slide 21 - Quizvraag