Een lichtbron zendt naar alle kanten lichtgolven uit.
Lichtgolven hebben geen tussenstof nodig.
De bergen en dalen van een lichtgolf bewegen in alle richtingen.
Een schaduw ontstaat waar het licht van een lichtbron niet kan komen.
Eén lichtbron geeft één schaduw.
De randstralen maken de rand van de schaduw.
Een spiegel weerspiegelt de lichtstralen die erop vallen.
Spiegel-schrift kun je lezen in de spiegel.
Een spiegelbeeld teken je met behulp van punten.