7.3 Bouwen en beschermen

7.3 Bouwen en beschermen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.3 Bouwen en beschermen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waarvoor je bouwstoffen nodig hebt en hoeveel je   nodig hebt
  • Je weet waarvoor je beschermende stoffen nodig hebt (volgende les)
  • Je weet wat eetstoornissen zijn, en kunt voorbeelden   noemen (volgende les)

Slide 2 - Tekstslide

Waarvoor heeft je lichaam bouwstoffen nodig?
A
voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur
B
voor groei, ontwikkeling en herstel
C
voor het beschermen van het lichaam tegen ziekten
D
voor het leveren van energie

Slide 3 - Quizvraag

Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten

Slide 4 - Quizvraag

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Stelling 
Of ik gezonde voeding eet, is vooral de verantwoordelijkheid van mijn ouders / verzorgers.


EENS                                                                           ONEENS

Slide 6 - Tekstslide

Waarom hebben vrouwen meer ijzer nodig dan mannen?

Slide 7 - Open vraag

Waarom hebben mannen meer eiwit nodig dan vrouwen?

Slide 8 - Open vraag

Bouwstoffen
Als je groeit, maakt je lichaam meer cellen
Tussen 10-18 jaar groei je heel snel

In je eten moeten voldoende bouwstoffen zitten voor:
Groei / Cellen vervangen / Herstellen / Water aanvullen

Slide 9 - Tekstslide

Bouwstoffen
Water, eiwitten en mineralen

Vetten voor de celmembranen van je lichaamscellen 

Slide 10 - Tekstslide

Bouwstoffen 
Volwassen mensen hebben ook bouwstoffen nodig
Slijtage aan het lichaam: de huid, botcellen

Botten > calcium (kalk) en fosfor

Rode bloedcellen worden ook vernieuwd
IJzer nodig


Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
4 taken:
1. Opbouw van je weefsels
2. Organen op juiste plaats houden
3. Transport van stoffen in het bloed en stoffen in de cellen
4. Regelen van processen

Slide 12 - Tekstslide

Denk aan het avondeten van gisteren. In hoeverre voldeed die maaltijd aan de schijf van 5?
0100

Slide 13 - Poll

Bouwstoffen 
water > het meest
eiwitten > 65-70 gram per dag
vetten > 70 gram per dag
mineralen > minst nodig

Slide 14 - Tekstslide

Beschermende stoffen
Vitaminen > zorgen dat het lichaam goed blijft werken

Mineralen > zorgt om cellen te beschermen tegen beschadiging of om spieren en zenuwen goed te laten werken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Beschermende stoffen 
Gebreksziekte > vaak door eenzijdig eten
Als je te weinig vitaminen en mineralen binnen krijgt

De volgende voorbeelden moet je kennen!

Slide 17 - Tekstslide

Uit hoeveel kg water besta jij?

Slide 18 - Tekstslide

Gebreksziekte:                         Gebrek aan:
(nacht)blindheid                         vitamine A
troebel hoornvlies








Slide 19 - Tekstslide

Gebreksziekte:                         Gebrek aan:
rachitis (Engelse ziekte)            vitamine D








Slide 20 - Tekstslide

Welkom! Binnen=beginnen!
Pak maar gelijk je spullen.
Laptop wel op tafel maar dicht!

Maak direct opdracht 7-8-9 van 7.3

Slide 21 - Tekstslide

Gebreksziekte:                         Gebrek aan:
scheurbuik                                    vitamine C








Slide 22 - Tekstslide

Wat waren aminozuren ook alweer?

Slide 23 - Open vraag

Botontkalking en X-benen/O-benen
Zenuw-uitval en spierzwakte
Scheurbuik (bindweefsel lost op)
Nachtblindheid
Vitamine A
Vitamine C
Vitamine B1
Vitamine D

Slide 24 - Sleepvraag

Eetstoornissen       Afwijkend eetgedrag
Je leert welke eetstoornissen er zijn (de belangrijkste)
Je leert over oorzaken en gevolgen van eetstoornissen
Je krijgt misschien wat meer begrip voor mensen met een eetstoornis
Je leert wat je moet doen als je zelf een eetstoornis ontwikkelt

Slide 25 - Tekstslide

Ik ken iemand met een eetstoornis
A
Nee
B
Ja, en ik maak me zorgen over deze persoon
C
Ja, deze persoon krijgt hulp
D
Ik denk dat ik iemand ken, maar ik weet het niet zeker

Slide 26 - Quizvraag

Waardoor kan een eetstoornis ontstaan?
A
Je wordt beïnvloed door wat je ziet in de media
B
Je bent ontevreden over jezelf, je lichaamsgewicht en je uiterlijk.
C
Je wordt beïnvloed door de normen in de mode
D
alle drie juist

Slide 27 - Quizvraag

Anorexia nervosa

Verslaafd aan afvallen
Verkeerd beeld van hun eigen lichaam

Slide 28 - Tekstslide

Boulimia nervosa
Vreetbuien
Daarna spijt, eten moet het lichaam weer uit
Braken, laxeermiddelen, veel bewegen

Vaak een normaal gewicht 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Eetstoornissen kunnen leiden tot een beschadigde slokdarm.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Past praten over anorexia en boulimia bij het hoofdstuk 'voeding'? Waarom wel of niet?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Link

Aan de slag!
Maak opdracht 17-18-19

Slide 34 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd over eetstoornissen?

Slide 35 - Open vraag