Thema 12 Les 2 Woordenschat 1

Thema 12 Les 2 
Woordenschat 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 12 Les 2 
Woordenschat 

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Wat moest je doen? 
Eerste 10 woorden vertalen en zinnen schrijven. 

Leg je huiswerk op tafel 


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- Kun je in eigen woorden vertellen wat de 10 eerste woorden betekenen 
- Kun je voor 10 nieuwe woorden een woordwolk maken.

Slide 3 - Tekstslide

Kijken naar deze eerste 10 woorden
Tip
Schrijf mee in je schrift

Slide 4 - Tekstslide

Aanpassen
Anders maken / beter maken.

Werkwoord.

Kun je het verslag aanpassen?

Slide 5 - Tekstslide

De activiteit
Iets wat je kunt doen.



Morgen doen we een leuke activiteit met de klas.

Slide 6 - Tekstslide

babbelen
Praten over dingen die niet zo belangrijk zijn.

Werkwoord

De vriendinnen zijn aan het babbelen tijdens het feestje.

Slide 7 - Tekstslide

Het begrip
Het snappen
Begrijpen



De docent toont veel begrip voor mijn probleem.

Slide 8 - Tekstslide

Beoordelen
zeggen wat je van iets of iemand vindt.

Werkwoord

De juf beoordeeld het werk van de leerlingen.

Slide 9 - Tekstslide

Bepaald
als je er niet aan twijfelt, en het duidelijk is om wie of wat het gaat


Dat is bepaald geen goed idee.

Slide 10 - Tekstslide

Bezoeken
naar iets of iemand gaan om er even te blijven.

Werkwoord

Ik ga mijn oma bezoeken.

Slide 11 - Tekstslide

Breken
in twee of meer stukken delen, kapotmaken

Werkwoord 


De man breekt de spaghetti. 

Slide 12 - Tekstslide

daarvan 
Van dat wat net is gezegd.



Heb je het nieuws gehoord? Wat vind je daarvan?

Slide 13 - Tekstslide

delen
iedereen er iets van geven

werkwoord

De kinderen delen hun speelgoed.

Slide 14 - Tekstslide

Over welk woord heb je nog een vraag?

Slide 15 - Open vraag

Aan het werk!
Opdracht: Woordwolken maken
Woord
Hoe maak je een woordwolk?
  • Schrijf jouw woord in de wolk
  • Bedenk zoveel mogelijk andere woorden die bij dit woord horen.
  • Schrijf deze woorden in de wolk (in een andere kleur).

Slide 16 - Tekstslide

Breken
Kapot
stuk
delen
stukken
vallen
bot

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat moet je doen? Maak voor de woorden 11 t/m 21 een woordwolk.
Hoe moet je dit doen? Je mag in het woordenboek zoeken of op je laptop kijken. 
Hoeveel tijd heb je? Tot de laatste 5 minuten van de les.
Klaar? Vertaal + maak zinnen van de woorden 11 t/m 21 op de woordenlijst.

Kan iedereen nu aan het werk?

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk 
- Vertaal de volgende 10 woorden (11 t/m 21) van de woordenlijst en maak een zin met de woorden.
- Maak alle woordwolken af

Slide 20 - Tekstslide