In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H 4 1,2,3 Elektriciteit Herhalen
Slide 1 - Tekstslide
8,2 mA is gelijk aan
A
820 A
B
0,820 A
C
0,082 A
D
0,0082 A
Slide 2 - Quizvraag
0,91 V is gelijk aan
A
9,1 mV
B
910 mV
C
91000 mV
D
0,091 mV
Slide 3 - Quizvraag
Stroomsterkte is
A
de energie per elektron
B
aantal elektronen per seconde
C
de energie per seconde
D
de moeilijkheid van de schakeling
Slide 4 - Quizvraag
De eenheid van stroomsterkte is...
A
Volt
B
Ampère
C
Coulomb
D
Ohm
Slide 5 - Quizvraag
Hoe groot is de spanning die door deze batterijen worden geleverd? (1,5 V per batterij)
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
6V
Slide 6 - Quizvraag
Lees de stroommeter af
A
2,8 A
B
0,28 A
C
0,028 A
Slide 7 - Quizvraag
Lees de spanningsmeter af
A
13,5 V
B
27 V
C
2,7 V
Slide 8 - Quizvraag
Sommige stoffen laten elektrische stroom gemakkelijk door, andere stoffen laten elektrische stroom niet of slecht door. Zet de namen van de onderstaande stoffen in het juist vak.
ISOLATOR
GELEIDER
Grafiet
Hout
zuiverwater
koper
plastic
ijzer
Slide 9 - Sleepvraag
Hiernaast zie je een oplader van een mobiele telefoon. Hier zit een onderdeel dat de spanning van 230 V omzet naar 5 V. Hoe noem je dit onderdeel?
A
Accu
B
Oplader
C
Spanningsbron
D
Transformator
Slide 10 - Quizvraag
Wat voor soort schakeling zie je hiernaast?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders
Slide 11 - Quizvraag
Welke soort schakeling zie je hier?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders
Slide 12 - Quizvraag
Hoe schakel je een ampèremeter?
A
in serie
B
parallel
Slide 13 - Quizvraag
Bekijk het schema. Welke lampen branden als alleen schakelaar 1 gesloten wordt?
A
I
B
I en II
C
I, II en III
D
Geen enkele lamp
Slide 14 - Quizvraag
Is kerstverlichting serie of parallel geschakeld denk je?
A
Serie
B
Parallel
Slide 15 - Quizvraag
De beide schakelaars S1 en S2 staan open. Hoeveel lampjes kunnen er dan branden?
A
0
B
3
C
5
D
7
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel ampere geeft de meter aan?
(geef antwoord in volgende dia)
Slide 17 - Tekstslide
Hoeveel ampere wijst de meter aan?
A
2,4
B
0,024
C
24
D
0,24
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel Ampere?
(antwoord in volgende dia)
Slide 19 - Tekstslide
Hoeveel ampere geeft de meter aan?
A
16
B
1,6
C
0,16
D
0,016
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel Ampere?
(antwoord in volgende dia)
Slide 21 - Tekstslide
Hoeveel ampere geeft deze meter aan?
A
0,33
B
33
C
0,033
D
3,3
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel mA is 3,6 A
Slide 23 - Open vraag
Hoeveel A is 473 mA?
Slide 24 - Open vraag
Hoe hoog is de netspanning in Nederland?
Slide 25 - Open vraag
Wat is de functie van de transformator in de adapter van je mobiele telefoon?
Slide 26 - Open vraag
Maak van deze opstelling een schakelschema in je schrift, maak er een foto van en upload in volgende dia
Slide 27 - Tekstslide
Upload hier de foto van vorige vraag
Slide 28 - Open vraag
dit is het symbool van een
A
lampje
B
schakelaar
C
weerstand
D
led
Slide 29 - Quizvraag
Dit is een opstelling met 6 identieke lampjes.
Door lamje 4 loopt een stroom van 0,10 A.
De volgende 3 vragen gaan over deze opstelling.
Slide 30 - Tekstslide
Welke lampjes branden het zwakst in de opstelling van dia 24?
A
6
B
1,2
C
3,4,5
D
4
Slide 31 - Quizvraag
Welke lampjes branden het felst in de opstelling van dia 24?
A
6
B
1,2
C
3,5
D
3,4,5
Slide 32 - Quizvraag
Hoe groot is de stroomsterkte door lampje 1 in de dia 24?
A
0,10 A
B
0,20 A
C
0,15 A
D
0,30 A
Slide 33 - Quizvraag
vragen zie volgende
dia's
Slide 34 - Tekstslide
De volgende 3 vragen gaan over dia 31 Welke lampjes gaan branden als beide schakelaars open zijn?
A
L1,L2,L3
B
L1,L2, L6
C
L1,L2,L6,L3
D
L1, L6
Slide 35 - Quizvraag
(Dia 31) Welke lampjes gaan branden als S1 open en S2 gesloten is?
A
L1, L6, L2, L3
B
alle
C
L4,L5, L1, L6
D
geen enkel
Slide 36 - Quizvraag
(Dia 31) Welke lampjes gaan branden als S1 gesloten en S2 open is?