Het periodiek systeem

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Wat weet je nog uit de 3e klas

Uitleg paragraaf 

Even checken 

Wat gaan we doen vandaag?

Na deze les kun je:

• uitleggen hoe de atoomsoorten in het Periodiek Systeem gerangschikt zijn. 
• de namen van groepen 17 en 18 in het Periodiek Systeem benoemen.  
• benoemen dat de elementen in het Periodiek Systeem gerangschikt zijn naar overeenkomstige chemische eigenschappen.   
• kenmerken benoemen van niet-metalen.   
• kenmerken benoemen van metalen.  
• de zeven elementen benoemen die altijd als                                                         twee-atomig molecuul voorkomen.  

Wat weet je na deze les

De elementen in het periodiek systeem noemen we ook wel atomen

1. waar
2. niet waar

Het periodiek systeem bestaat uit 

periodes (rij): van links naar rechts neemt het aantal protonen in de kern toe 

groepen (kolom): elementen in 1 groep hebben vergelijkbare eigenschappen

Metalen

Eigenschappen

• glanzen, buigbaar, goede geleiders van warmte en elektriciteit 
• vaste stoffen bij kamertemperatuur, behalve kwik (Hg)

Metalen en niet metalen

Niet-metalen

Eigenschappen

• dof, breekbaar, slechte geleiders van warmte en elektriciteit
  

Groep 1	Groep 2	Groep 17	Groep 18
		halogenen	edelgassen
Erg reactief	Erg reactief	Reageren makkelijk	reageren niet met andere stoffen

Bijzondere groepen

Er zijn zeven niet-ontleedbare stoffen die uit moleculen bestaan. Deze moleculen bestaan uit twee dezelfde atomen.

Deze 7 elementen moet je kennen.

Ezelsbruggetje:

Clair Fietst In Haar Onderbroek Naar Brabant

twee-atomige elementen

De meeste atoomsoorten zijn niet-metaal deeltjes

1. waar
2. niet waar

Deeltjes die niet reageren met andere deeltjes heten edelgassen

1. waar
2. niet waar

Halogenen reageren heel makkelijk met metalen

1. waar
2. niet waar

In het periodiek systeem staan de elementen op volgorde van het aantal protonen in de kern

1. ja
2. nee

Geef het symbool van het element zilver

1. Al
2. Au
3. Ag

Geef het symbool van het element kwik

1. He
2. Hg
3. H

Geef de naam van het element P

1. platina
2. fosfor
3. fluor
4. lood

Geef de naam van het element Mg

1. Magnesium
2. Metaal
3. Mangaan