Wetenschapsfilosofie 2.0 - 5. Kuhns paradigma

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
Descriptief en normatief

Hoe het is en hoe het zou moeten zijn
Beschrijvend en voorschrijvend

Slide 2 - Tekstslide

Zinvol als je het zintuiglijk kunt bevestigen
Zinloos als dat niet kan

Goede wetenschap kan veralgemeende inductieve uitspraken verifiëren (= demarcatiecriterium log. pos.)

LET OP! Verificatie is niet hetzelfde als confirmatie
Herhaling logisch positivisme
Positivisme had de empirie als demarcatiecriterium.
Het logisch positivisme voegde hieraan de logica toe.


Empirie + logica = veralgemeende inductieve uitspraken.
Inductie = n.a.v. waarneming een conclusie trekken.

Verificatie; elke stap van het onderzoek nagaan/nadoen en tot dezelfde conclusie komen bij elk materiaal. (denk inductieprobleem)

Slide 3 - Tekstslide

Confirmatie
Je eet zelf snoep en krijgt een gaatje
Verificatie
Alle tandartsen op de wereld controleren de gebitten van alle mensen op gaatjes nadat ze snoep hebben gegeten
Theorie: Van snoep eten krijg je gaatjes in je tanden

Slide 4 - Tekstslide

Paradigmatheorie
Thomas Kuhn


Slide 5 - Tekstslide

Paradigma zijn wetenschappelijke denkkaders. Wanneer er een observatie/resultaat wordt gedaan dat daar niet binnen past, dan spreken we van een anomalie. Wanneer er teveel van deze anomalieën ontstaan, dan kan er een wetenschappelijke revolutie plaatsvinden; het veranderen van paradigma.
Paradigma's zijn onderling niet te verenigen; ze zijn incommensurabel. Het zijn echt andere wetenschappelijke denkkaders.

Binnen een paradigma is vooruitgang in de wetenschap mogelijk en daarbinnen bestaat het probleemoplossend vermogen. Tussen paradigma's niet, dat komt omdat in elk paradigma eigen normen en regels gelden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Paradigma: alle wetenschappelijke modellen en theorieën die we samen gebruiken om de wereld mee te onderzoeken.
Normale wetenschap
Vooruitgang is mogelijk.

Anomalie: een verschijnsel dat niet met het paradigma verklaard kan worden.
De wetenschap staat op zijn kop!
Voorbeeld: wetenschapper ontdekt morgen dat appels in Peru niet op de grond vallen als ze uit de boom vallen, maar omhoog de lucht in.
Crisis: theorie van zwaartekracht + heel veel andere natuurkunde, klopt niet meer!


Paradigma:
alle wetenschappelijke modellen en theorieën die we samen gebruiken om de wereld mee te onderzoeken.
Normale wetenschap en vooruitgang is mogelijk.

Anomalie:
een verschijnsel dat niet met het paradigma verklaard kan worden.
De wetenschap staat op zijn kop!

Voorbeeld:
wetenschapper ontdekt morgen dat appels in Peru niet op de grond vallen als ze uit de boom vallen, maar omhoog de lucht in.

Crisis:
theorie van zwaartekracht + heel veel andere natuurkunde, klopt niet meer!

Slide 8 - Tekstslide

Revolutie!
Na de anomalie komt er een wetenschappelijke revolutie.
Er moet dan naar een nieuw paradigma gezocht worden: een hele nieuwe manier om de wereld te onderzoeken.

De oude manier van onderzoeken past niet meer. Dat paradigma is incommensurabel met de vorige.

Een nieuwe cyclus in de wetenschap.

Dit noemt Kuhn paradigmaverschuiving.

Slide 9 - Tekstslide

Normale  wetenschap
Onderzoek dat stevig is gegrondvest op een of meer vroegere wetenschappelijke prestaties die door een bepaalde wetenschappelijke gemeenschap een tijd lang worden erkend als basis voor haar arbeid.
Normale wetenschap is wetenschap binnen een paradigma (wetenschappelijk denkkader)

Slide 10 - Tekstslide

Gezamenlijk paradigma
Gedeelde normen en regels voor de wetenschappelijke praktijk
- gebondenheid en duidelijke eensgezindheid
Wanneer je werkt binnen een wetenschappelijk paradigma ben je gebonden aan de wetenschappelijke normen en afspraken. Dat maakt een gebondenheid en een eensgezindheid.

Slide 11 - Tekstslide

Thomas Kuhn
Wetenschappelijke kennis is nooit zomaar waar of onwaar;

Dat is lastig te zeggen, want ons wereldbeeld verandert door de tijd heen,
En dus ook wat wij als waar of onwaar zien...


Wat wij als wetenschappelijk waar of onwaar zien wordt bepaald binnen het paradigma. Dat maakt ook dat binnen één paradigma vooruitgang mogelijk is, maar tussen paradigma's niet (zie volgende slide)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide