P3 - Week 7 - Kuhn: Paradigmawisselingen

Bekijk de onderstaande 
Kuhn:
Paradigmawisselingen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bekijk de onderstaande 
Kuhn:
Paradigmawisselingen

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Leerdoelen
19) Ik kan uitleggen wat paradigmawisselingen zijn en hoe paradigmawisselingen in de wetenschap ontstaan volgens Kuhn.
21) Ik kan uitleggen hoe probleemoplossend vermogen gebruikt kan worden als demarcatiecriterium volgens Kuhn.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Vandaag:
  1. Herhaling: demarcatieprobleem
  2. Lezen: Kuhn: paradigma's
  3. Uitleg: Kuhn: paradigma's
  4. Uitleg: probleemoplossend vermogen

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Herhaling:
  1. Leg uit wat het demarcatieprobleem inhoudt
  2. Noem één antwoord op het demarcatieprobleem dat je tot nu toe geleerd hebt. (logisch positivisten of Popper) 

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatieprobleem
De vraag of iets wetenschap is of pseudowetenschap

  • Over een uitspraak:
Is de uitspraak: 'Water kookt op 100 graden' wetenschappelijk?
  • Over een groep of stroming:
Zijn de flat-earthers wetenschappelijk?

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
1. Logisch positivisten
Logisch-positivisten:
Een uitspraak is wetenschappelijk als:
-Je hem kan vertalen naar een empirisch waarneembare uitspraak.
-Je deze uitspraak vervolgens kan verifiëren (logisch bewijzen met empirische data).

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
1. Logisch positivisten
Wetenschappelijk of niet?

A) "Water kookt op 100 graden"
B) "Als ik morgen om 13:00 een pan water opzet gaat die koken bij 100 graden."
C) "Alle schorpioenen zijn nare mensen."

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
1. Logisch positivisten
Wetenschappelijk of niet?

A) "Water kookt op 100 graden"
B) "Als ik morgen om 13:00 een pan water opzet gaat die koken bij 100 graden."
C) "Alle schorpioenen zijn nare mensen."

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
2. Confirmatie
Een uitspraak is wetenschappelijk als:
-Je hem ongeveer kan vertalen naar empirisch waarneembare uitspraak.
-Je deze uitspraak vervolgens kan confirmeren (genoeg bewijs vinden).

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
2. Confirmatie
Wetenschappelijk of niet?

A) "Water kookt op 100 graden"
B) "Als ik morgen om 13:00 een pan water opzet gaat die koken bij 100 graden."
C) "Alle schorpioenen zijn nare mensen."

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
2. Confirmatie
Wetenschappelijk of niet?

A) "Water kookt op 100 graden"
B) "Als ik morgen om 13:00 een pan water opzet gaat die koken bij 100 graden."
C) "Alle schorpioenen zijn nare mensen." (misschien)

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
3. Popper
Een uitspraak is wetenschappelijk als:
-Het een gedurfde uitspraak is.
-Dat betekent dat je die kan falsifiëren (bewijzen dat het niet waar is).

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
3. Popper
Wetenschappelijk of niet?

A) "Water kookt op 100 graden"
B) "Als ik morgen om 13:00 een pan water opzet gaat die koken bij 100 graden."
C) "Alle schorpioenen zijn nare mensen."

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
3. Popper
Wetenschappelijk of niet?

A) "Water kookt op 100 graden"
B) "Als ik morgen om 13:00 een pan water opzet gaat die koken bij 100 graden."
C) "Alle schorpioenen zijn nare mensen." (?)

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Freud
Oedipus complex: Alle mannen zijn eigenlijk verliefd op hun moeder.
Het bewijs:
-Soms zijn mannen aardig tegen hun moeder (want ze zijn verliefd)
-Soms zijn mannen onaardig tegen hun moeder (want ze zijn jaloers)

Slide 15 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Freud
Oedipus complex
-Logisch-positivisme: 


-Confirmatie: 

-Popper: 

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Freud
Oedipus complex
-Logisch-positivisme: Niet wetenschappelijk. Want niet herleidbaar naar empirische feiten.
-Confirmatie: Misschien wetenschappelijk, bewijs bestaat.
-Popper: Niet wetenschappelijk, niet falsifiëerbaar.

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Overzicht periode
Manieren van redeneren: inductie deductie
Wetenschapsfamilie en haar takken
methodiek: de empirische cyclus
methodiek: de hermeneutische cirkel
Demarcatie 1: verificatie, confirmatie en falsificatie
Paradigma's in de wetenschap: bestaat vooruitgang?
Demarcatie 2: probleemoplossend vermogen
Demarcatie 3: kenmerken

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Overzicht periode
Manieren van redeneren: inductie deductie
Wetenschapsfamilie en haar takken
methodiek: de empirische cyclus
methodiek: de hermeneutische cirkel
Demarcatie 1: verificatie, confirmatie en falsificatie
Paradigma's in de wetenschap: bestaat vooruitgang?
Demarcatie 2: probleemoplossend vermogen
Demarcatie 3: kenmerken

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Overzicht periode
Manieren van redeneren: inductie deductie
Wetenschapsfamilie en haar takken
methodiek: de empirische cyclus
methodiek: de hermeneutische cirkel
Demarcatie 1: verificatie, confirmatie en falsificatie
Paradigma's in de wetenschap: bestaat vooruitgang?
Demarcatie 2: probleemoplossend vermogen
Demarcatie 3: kenmerken

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Leerdoelen Kuhn
19) Ik kan uitleggen wat paradigmawisselingen zijn en hoe paradigmawisselingen in de wetenschap ontstaan volgens Kuhn.
21) Ik kan uitleggen hoe probleemoplossend vermogen gebruikt kan worden als demarcatiecriterium volgens Kuhn.

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Welke lijn beschrijft volgens jou het best de ontwikkeling in de wetenschap?
Kennis
Tijd
Tijd
Tijd
Tijd
Kennis
Kennis
Kennis

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Kennis
Ontwikkeling van wetenschap
Tijd
Tijd
Kennis
Traditioneel:
- cumulatieve ontwikkeling
- groei naar ideaal van waarheid
Kuhn:
- verschillende periodes
- opbouw en afbraak, niet cumulatief

Slide 23 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: Paradigma's
Lees paragraaf 4.2.2 (pagina 94)

  1. Schrijf de definitie van een paradigma binnen de wetenschapsfilosofie op.
  2. Geef zelf een voorbeeld van een paradigmawisseling.
  3. Beargumenteer of het idee van paradigma's een probleem zijn voor het demarcatieprobleem.

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: Paradigma's
  1. Wetenschappelijke theorieën zijn ingebed in paradigma's
  2. Af en toe is er een anomalie, iets dat een huidig paradigma niet kan verklaren.
  3. Uiteindelijk is er een wetenschappelijke revolutie en dan een nieuw paradigma

Slide 25 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: Paradigma's
  1. Wetenschappelijke theorieën zijn ingebed in paradigma's

"Een netwerk van theorieën, methoden en strategieën om problemen op te lossen." (P.94)

Slide 26 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: Paradigma's
2. Af en toe is er een anomalie.
Onregelmatigheid waar wetenschappers binnen hun paradigma geen verklaring op hebben.

Slide 27 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: Paradigma's
3. Uiteindelijk is er een wetenschappelijke revolutie en dan een nieuw paradigma
Na genoeg anomalieën en een nieuwe theorie gaan we weer een 'normale' periode van wetenschap in.

Slide 28 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Paradigma's en het demarcatieprobleem
"Alle schorpioenen zijn nare mensen."
Een waarzegster: "Dit is een wetenschappelijke uitspraak, we zitten nu alleen in een paradigma waarin we nog niet kunnen bewijzen dat de sterren invloed hebben op onze persoonlijkheid."

Slide 29 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Paradigma's en het demarcatieprobleem
"Vrouwen zijn emotioneler omdat de baarmoeder beweegt."
Plato: Vrouwen zijn emotioneler dan mannen omdat hun baarmoeder beweegt in hun lichaam. Dit veroorzaakt blokkades waardoor ze emotionelere wezens zijn.

Slide 30 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: probleemoplossend vermogen
Kuhn's antwoord op het demarcatieprobleem:
  • Goede wetenschap boekt vooruitgang en kan problemen oplossen.

  • Pseudowetenschap leidt tot weinig en kan geen problemen oplossen.

Slide 31 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: probleemoplossend vermogen
Met welk model zou je makkelijker een reis naar Mars kunnen maken?

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Welk model past bij welke filosoof?
Kennis
Tijd
Tijd
Tijd
Tijd
Kennis
Kennis
Kennis

Slide 33 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Kuhn: paradigma´s
19) Ik kan uitleggen wat paradigmawisselingen zijn en hoe paradigmawisselingen in de wetenschap ontstaan volgens Kuhn.
21) Ik kan uitleggen hoe probleemoplossend vermogen gebruikt kan worden als demarcatiecriterium volgens Kuhn.

Slide 34 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Tot donderdag

Slide 35 - Tekstslide