P3 - week 4 - paradigma's

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Oude vrouw 
of 
jonge vrouw?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Oude vrouw 
of 
jonge vrouw?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de onderstaande 
Vandaag:

  • Spel om je geheugen op te frissen!
  • Uitleg paradigma's in de wetenschap (Kuhn)
  • Vragen maken: check je kennis!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de onderstaande 
Fris je geheugen op voor een spel:

  • Jullie krijgen 10 minuten om je geheugen op te frissen: gebruik de lessonups, je aantekeningen, de leerdoelenkaart en/of je boek
  • Dan leg ik het spel uit
  • Prijs voor de winnaars!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Wat is (goede) wetenschap?
 

De hoofdvraag van wetenschapsfilosofie:
Deelvragen: 
  • Wat zijn goede rechtvaardigingen voor wetenschappelijke kennis?
  • Hoe werkt wetenschap?
  • Wat is wetenschap en wat niet? Waar ligt de grens tussen wetenschap en pseudowetenschap?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de onderstaande 
Waar zijn we?

  • Manieren van redeneren: inductie deductie
  • Wetenschapsfamilie en haar takken
  • methodiek: de empirische cyclus
  • methodiek: de hermeneutische cirkel
  • Demarcatie 1: verificatie, confirmatie en falsificatie
  • Paradigma's in de wetenschap: bestaat vooruitgang?
  • Demarcatie 2: probleemoplossend vermogen
  • Demarcatie 3: kenmerken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

17) Ik kan uitleggen hoe paradigmawisselingen in de wetenschap ontstaan volgens Kuhn.

18) ik kan uitleggen hoe onderdeterminatie een probleem is voor falsificatie als demarcatiecriterium.

Leerdoelen deze week

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Thomas Kuhn (1922-1996)
The structure of scientific revolutions

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Welke lijn beschrijft volgens jou het best de ontwikkeling in de wetenschap?
Kennis
Tijd
Tijd
Tijd
Tijd
Kennis
Kennis
Kennis

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Kennis
Ontwikkeling van wetenschap
Tijd
Tijd
Kennis
Traditioneel:
- cumulatieve ontwikkeling
-   groei naar ideaal van waarheid
Kuhn:
- verschillende periodes
- opbouw en afbraak, niet cumulatief

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Ontwikkeling van wetenschap volgens Kuhn
Normale wetenschap
Anomaliën
Revolutie
Crisis

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Paradigma
"Een netwerk van theorieën, methoden en strategieën om problemen op te lossen." P.94

  • Verzameling opvattingen over wat juiste wetenschap is.
  • Bepaalt welke vragen gesteld kunnen worden, welke methodes er gebruikt worden
  • Elk experiment word uitgevoerd en geïnterpreteerd vanuit een paradigma.
 
 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Normale wetenschap
  • Een bepaald paradigma wordt geaccepteerd
  • Wetenschappers lossen puzzels op; binnen de normen van het paradigma worden problemen opgelost
  • Is cumulatief: elk nieuw onderzoek bouwt voort op en voegt iets toe aan reeds bestaande kennis
 

Slide 13 - Tekstslide

bijv. evolutieleer als basis voor werkwijze, begrippen en verklaringen.
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Anomalie
  • Een waarneming die niet binnen het paradigma lijkt te passen.
  • Een anomalie is meestal niet problematisch:
    - ze worden voor lief genomen of als onbelangrijk bestempeld
    - ze worden alsnog binnen het paradigma verklaard.
  • Als er te veel anomalieën ontstaan, is er sprake van een crisis 

Kritiek op Popper:
In de praktijk worden theorieën vaak niet verworpen door een enkele waarneming.

Slide 14 - Tekstslide

vb evolutieleer en één dier dat uitgestorven zou moeten zijn.
negeren of verklaren door begrip uit de theorie aan te passen (survival of the fittest)
vb heliocentrisch wereldbeeld > te veel problemen> crisis
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Crisis en revolutie
  • Crisis: Onzekerheid als het gevolg van het voortdurende onvermogen om de normaal-wetenschappelijke puzzels op te lossen 
  • Revolutie: een paradigma wordt omvergeworpen en een nieuw paradigma wordt geaccepteerd.
    ......Er is weer sprake van normale wetenschap
 

Slide 15 - Tekstslide

nb revolutie gaat niet in één dag en gaat gepaard met strijd! 
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Kuhn over paradigmawisselingen
“Tijdens een revolutie zien wetenschappers nieuwe en afwijkende dingen, terwijl ze kijken met de oude instrumenten op plaatsen waar ze eerder hebben gekeken. Het lijkt wel of de professionele gemeenschap plotseling is overgebracht naar een andere planeet.”
[...]
“Wat eerst eenden waren in de wereld van de wetenschapper, worden na de revolutie konijnen. De man die eerst een doos van buiten en van boven zag, ziet hem nu van binnen en van onderen.”

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Een paradigma bepaalt de ervaring van een wetenschapper. 
Wie werkt en geschoold is vanuit een paradigma, kan niet de problemen en oplossingen van een ander paradigma zien. 

Kuhn over paradigmawisselingen

Slide 17 - Tekstslide

Nb doorwerking van paradigma's in scholing noemen. 
Bij evolutie hangt zelfs samen met persoonlijke waarden en overtuigingen,
Moeilijk om buiten paradigma te kijken: voorbeeld: afrikaanse filosofie?
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Incommensurabiliteit
Paradigma’s zijn incommensurabel
  • Ze gebruiken termen op verschillende manieren
  • Ze interpreteren waarnemingen op verschillende manieren
  • Ze vinden verschillende waarden in wetenschap belangrijk
Er kan geen keuze worden gemaakt op basis van rationaliteit. Je kan niet objectief vaststellen welk paradigma beter is.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld: intelligent design vs evolutietheorie
Wie gelijk heeft, hangt af van welke methoden je accepteert, welke bronnen. > geen wetenschappelijke maar filosofische of levensbeschouwelijke keuzes!
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Wetenschappelijke vooruitgang
"We moeten misschien wel het expliciete idee verlaten dat veranderingen van paradigma wetenschappers en hun volgelingen steeds dichter bij de waarheid brengen" 

De acceptatie van een nieuw paradigma vindt plaats op basis van buitenwetenschappelijke factoren.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld: intelligent design vs evolutietheorie
Wie gelijk heeft, hangt af van welke methoden je accepteert, welke bronnen. > geen wetenschappelijke maar filosofische of levensbeschouwelijke keuzes!
Bekijk de onderstaande 
Aan de slag:

- maak de vragen op het werkblad

Huiswerk:
- vragen op werkblad afmaken
 - lees 4.2.2 + 4.2.3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de onderstaande 
Vandaag:

- vragenlijst invullen
- verwerkingsopdracht bespreken
- toepassingsopdracht Popper/Kuhn

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
paradigma
anomalie
normale wetenschap
wetenschappelijke revolutie
incommensurabiliteit

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

17) Ik kan uitleggen hoe paradigmawisselingen in de wetenschap ontstaan volgens Kuhn.

18) ik kan uitleggen hoe onderdeterminatie een probleem is voor falsificatie als demarcatiecriterium.

Leerdoelen deze week

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies