Je kunt de grafiek tekenen bij kwadratische formule.
H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een
deelstreep
5.6: Formules met
kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek
Slide 2 - Tekstslide
5.6: Formules met kwadraten
Figuur 1 heeft 4 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:
aantalkubussen=3+n2
=3+1=4kubussen
=3+12
n = figuurnummer,
n = 1
Slide 3 - Tekstslide
5.6: Formules met kwadraten
Figuur 2 heeft 7 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:
aantalkubussen=3+n2
=3+4=7kubussen
=3+22
n = figuurnummer,
n = 2
Slide 4 - Tekstslide
Figuur 4 staat niet op de tekening.
n = figuurnummer,
n = 4
Slide 5 - Tekstslide
Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:
aantalkubussen=3+n2
n = figuurnummer,
n = 4
Slide 6 - Tekstslide
Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:
aantalkubussen=3+n2
=3+42
n = figuurnummer,
n = 4
Slide 7 - Tekstslide
Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:
aantalkubussen=3+n2
=3+16=
=3+42
n = figuurnummer,
n = 4
Slide 8 - Tekstslide
Figuur 4 staat niet op de tekening. Je zou het figuur wel kunnen maken en dan tellen hoeveel kubussen er zijn. Maar met de formule uitrekenen gaat veel sneller:
aantalkubussen=3+n2
=3+16=19kubussen
=3+42
n = figuurnummer,
n = 4
Slide 9 - Tekstslide
5.6: Formules met kwadraten
Zo kun je dus van alle figuurnummers uitrekenen hoeveel kubussen die heeft.
Deze formule noemen we een kwadratische formule. Er staat immers een kwadraat in.
aantalkubussen=3+n2
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
5.6: Kwadratische formule
y = 2x2 + 5x + 4
y = -0,5x2 - 2x
y = x2 + 0,25x - 9
Slide 13 - Tekstslide
Grafiek van een kwadratische formule
De grafiek van een kwadratische formule heet een parabool.
Het is een vloeiende lijn --> Tekenen zonder geodriehoek
De grafiek heeft een maximum of een minimum (hoogste/laagste punt)
Slide 14 - Tekstslide
Theorie: 6.5 Parabool
Afschieten van een waterraket
Hoogte in m = 6 x afstand - afstand²
Hoogte=6a−a2
Kwadratische
woordformule
Kwadratische letterformule
(Berg)
Parabool
Symmetrisch
Vloeiende kromme
Slide 15 - Tekstslide
5.6: Kwadratische formules
snelheid in km/uur = 50 + 2t2
a: t = 1 seconde.
Slide 16 - Tekstslide
5.6: Kwadratische formules
snelheid in km/uur = 50 + 2t2
b: t = 3 seconden.
Slide 17 - Tekstslide
Kwadratische formule
Slide 18 - Tekstslide
Kwadratische formule
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht 74 samen
Opdracht 74
Werkboek
Slide 20 - Tekstslide
Terugblik
Slide 21 - Tekstslide
Terugblik
Slide 22 - Tekstslide
Toets in je rekenmachine in:
Je komt dan uit op 36.
Het punt (40 ; 36)
ligt op de grafiek.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
uitwerking b:
a = 0 -->
a = 40 --> Hoogte in m = 36, want dat hebben we al in opg 74a berekend.
a = 80 -->
a = 120 -->
etc.
hoogteinm=1,08⋅0−0,0045⋅02=0
hoogteinm=1,08⋅80−0,0045⋅802=57,6
hoogteinm=1,08⋅120−0,0045⋅1202=64,8
Slide 25 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 26 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 27 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 28 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 29 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 30 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Het hoogste punt van de brug ligt dan 25 + 64,8 = 89,8 m hoogte.
Slide 31 - Tekstslide
Maken
Maken:
Opdracht
Maken 62 t/m 74
Controleren en nakijken:
Maken 47 t/m 58 (Niet maken 51,52 en 53)
Blz. 27 t/m 30
timer
10:00
Slide 32 - Tekstslide
Leerdoel behaald?
Je weet wat een woordformule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.
Je kunt de grafiek tekenen bij kwadratische formule.