Woordformules

Zelfstandige les voor: H7.3 Woordformules
Je hebt twee opties:
1. Bekijk het uitlegfilmpje op de volgende pagina en maak daarna de opdracht (vanaf slide 3)
2. Ga gelijk naar de opdracht (vanaf slide 3)
Muziek luisteren mag.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zelfstandige les voor: H7.3 Woordformules
Je hebt twee opties:
1. Bekijk het uitlegfilmpje op de volgende pagina en maak daarna de opdracht (vanaf slide 3)
2. Ga gelijk naar de opdracht (vanaf slide 3)
Muziek luisteren mag.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Je bent jarig en je wilt met je vrienden naar de bioscoop. De bioscoop in Meppel heeft een speciale aanbieding. Je betaalt een vast bedrag van 10 euro plus  8 euro per persoon.

Slide 3 - Tekstslide

Je bent jarig en je wilt met je vrienden naar de bioscoop. De bioscoop in Meppel heeft een speciale aanbieding. Je betaalt een vast bedrag van 10 euro plus 8 euro per persoon.

Welke woordformule past hierbij?
A
Kosten in € = 10 + 8 x aantal personen
B
Kosten in € = 8 + 10 x aantal personen

Slide 4 - Quizvraag

Woordformule:
Kosten in € = 10 + 8 x aantal personen

Hoeveel moet je betalen als je 9 mensen uitnodigt?
(Vergeet dus jezelf niet mee te rekenen!)
A
82
B
162
C
90
D
180

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heb je de vragen gemaakt?
Ik had beide vragen goed.
Ik had 1 vraag goed
Ik had nul vragen goed.

Slide 6 - Poll

Weet je nu wat woordformules zijn?
Ja, ik kan aan de slag met de huiswerk-opdrachten.
Nee, maar ik kan wel bezig met de huiswerk-opdrachten
Nee, ik bekijk het uitlegfilmpje in slide 2 nog een keer.
Nee, Ik heb hulp nodig van de docent.

Slide 7 - Poll

Einde extra uitleg

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling H7.1 t/m H7.3

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de tussenstappen op
6 + 2 x (3 + 4) =

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de tussenstappen op

6 + 2 x (3 + 4) =
6 + 2 x     7      =
6 + 14 = 20


Slide 11 - Tekstslide

Hoe heb je de vraag gemaakt?
Ik had alle tussenstappen goed.
Ik had 1 tussenstap goed.
Ik had nul tussenstappengoed.

Slide 12 - Poll

Welke tabel heeft geen regelmaat?
A
B

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

H7.2 Grafieken tekenen

Slide 15 - Tekstslide

Bedrag in € = 20 + 10 x aantal  
Lengte kaars = 60 - 10 x tijd in uren 
Bedrag in € = 20 + 5 x aantal   

Slide 16 - Sleepvraag

Uitleg H7.3
Begingetal, Stijggetal en daalgetal
Je hebt drie opties:
1. Je doet klassikaal mee met de LessonUp (10 min)
2. Je gaat zonder uitleg aan de slag met de opdrachten.(Zie huiswerk donderdag 13 juni)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke woordformule past bij deze tabel?
A
Inhoud in L = 1000 - 40 x aantal km
B
Inhoud in L = 1000 - 0,4 x aantal km

Slide 22 - Quizvraag

Woordformule:
Inhoud in L = 1000 - 0,4 x aantal km
Wat is het begingetal?
A
1000
B
0,4
C
Er is geen begingetal

Slide 23 - Quizvraag

Woordformule:
Inhoud in L = 1000 - 0,4 x aantal km

Wat is het stijggetal
A
1000
B
0,4
C
Er is geen stijggetal

Slide 24 - Quizvraag

Weet je nu wat het begingetal, stijggetal en daalgetal betekent?
Ja, ik kan aan de slag met de huiswerk-opdrachten.
Nee, ik bekijk het theorie stukje op blz 57 nog een keer.
Nee, Ik heb hulp nodig van de docent deze les.

Slide 25 - Poll

Uitleg H7.3
Begingetal, Stijggetal en daalgetal
Je hebt drie opties:
1. Je doet klassikaal mee met de LessonUp (10 min)
2. Je gaat de les zelfstandig verder afmaken 
    Link: 
3. Je gaat zonder uitleg aan de slag met de opdrachten.(Zie huiswerk dinsdag 13 juni)

Slide 26 - Tekstslide