Week 11 - NL 1wC (pv, wg, tt)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de pv in de zin:
"Wij zullen ooit weer op vakantie gaan."
A
Wij
B
zullen
C
weer
D
gaan

Slide 5 - Quizvraag

Hoe vind je de persoonsvorm (pv) in een zin? (twee manieren)

Slide 6 - Open vraag

Werkwoordelijk gezegde

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

In elk werkwoordelijk gezegde staat een persoonsvorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het wg in de zin:
"Wij zullen ooit weer op vakantie gaan."
A
Wij zullen
B
zullen weer gaan
C
zullen gaan
D
op vakantie gaan

Slide 10 - Quizvraag

Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit maximaal twee werkwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Zinsdeelstrepen

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zet de pv in de juiste vorm (tt):
"Ik (zijn) vandaag heel vrolijk."
A
was
B
ben
C
word
D
is

Slide 16 - Quizvraag

Zet de pv in de juiste vorm (tt):
"Wij (lopen) graag in het park."
A
loopen
B
liepen
C
loopten
D
lopen

Slide 17 - Quizvraag

"(Beloven) jij dat echt?"
A
Belov
B
Belooft
C
Beloof
D
Beloov

Slide 18 - Quizvraag

"Ik (houden) niet van kip."
A
houdt
B
houd
C
hout
D
hou

Slide 19 - Quizvraag

Het onderwerp kan in het enkelvoud staan en de persoonsvorm in het meervoud.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide