Geschiedenis van het Denken over Economie - John Maynard Keynes, les 3.

Welkom!
"John Maynard Keynes"
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
"John Maynard Keynes"

Slide 1 - Tekstslide

Géén introductie nieuw hoofdstuk/paragraaf, vandaar een terugblik.
Wat gaan we doen?
- Lesdoelen.
- Bekijken FakeBook  John Maynard Keynes.
- Instructie: "Hoogconjunctuur" en "Laagconjunctuur".
- Instructie: "Goede tijden, slechte tijden".
- Zelfstandig aan het werk.
- Afsluiting.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen.
Wat kunnen jullie straks?
  1. Jullie kunnen een definitie geven van het begrip hoogconjunctuur
  2. Jullie kunnen minimaal 3 kenmerken geven een hoogconjunctuur. 
  3. Jullie kunnen een definitie geven van het begrip laagconjunctuur
  4. Jullie kunnen minimaal 3 kenmerken geven een laagconjunctuur. 
  5. Jullie kunnen minimaal 1 conjunctuurstabilisator benoemen m.b.t. een hoogconjunctuur.
  6. Jullie kunnen minimaal 1 conjunctuurstabilisator benoemen m.b.t. een laagconjunctuur.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoogconjunctuur.
Hoogconjunctuur = de periodes van sterkere economische groei.

De kenmerken:
- Hoge economische groei.
- Stijging van de inflatie.
- Krappe arbeidsmarkt.
- Hoog consumenten- en producentenvertrouwen.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laagconjunctuur.
Laagconjunctuur = de periodes van tragere of zelfs negatieve economische groei.

De kenmerken:
- Lage economische groei.
- Dalende inflatie, of zelfs deflatie.
- Ruime arbeidsmarkt.
- Laag consumenten- en producentenvertrouwen. 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede tijden, slechte tijden.
Hoogconjunctuur en laagconjunctuur wisselen elkaar af.


Te veel schommelingen zijn niet prettig, hierom probeert de overheid de conjunctuur de stabiliseren. Dit doet de overheid d.m.v. conjunctuurstabilisatoren.



Conjunctuurgolf.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De gemiddelde groei van de economie noem je: ...
A
De structuur.
B
De trend.
C
De conjunctuur.
D
De recessie.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij hoogconjunctuur mag je denken aan ...
A
Het gaat goed met de economie.
B
Het gaat gemiddeld met de economie.
C
Het gaat slecht met de economie.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In een laagconjunctuur is er sprake van ...
A
veel bestedingen.
B
hoge prijzen.
C
werkloosheid.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk.
Opdracht:
Maak zelfstandig opgave ... op blz. ... Overleggen is toegestaan. 
Hulp nodig?
1. Gebruik je boek.
2. Vraag aan je klasgenoot.
3. Vraag aan je 
docent.
Klaar?
Meld je bij je docent.
Na ... minuten gaan we klassikaal de opdracht bespreken. Je geeft dan antwoord als je de beurt krijgt. Let op! Je moet je antwoord kunnen 
uitleggen.  
timer
0:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting.
Wat kunnen jullie nu?
  1. Jullie kunnen een definitie geven van het begrip hoogconjunctuur
  2. Jullie kunnen minimaal 3 kenmerken geven een hoogconjunctuur. 
  3. Jullie kunnen een definitie geven van het begrip laagconjunctuur
  4. Jullie kunnen minimaal 3 kenmerken geven een laagconjunctuur. 
  5. Jullie kunnen minimaal 1 conjunctuurstabilisator benoemen m.b.t. een hoogconjunctuur.
  6. Jullie kunnen minimaal 1 conjunctuurstabilisator benoemen m.b.t. een laagconjunctuur.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies