Les 29/11

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je persoonsvormen in samengestelde zinnen moet spellen
- Ken je de goede manier om persoonsvormen in een zin te vinden

Pak allemaal je laptop erbij!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je persoonsvormen in samengestelde zinnen moet spellen
- Ken je de goede manier om persoonsvormen in een zin te vinden

Pak allemaal je laptop erbij!

Slide 1 - Tekstslide

Samengestelde zinnen

In iedere zin staat een persoonsvorm. 

Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.


  • Zinnen met één persoonsvorm en één onderwerp noem je

een enkelvoudige zin. 

  •  Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen. 



Slide 2 - Tekstslide

Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Mijn moeder vroeg of ik mijn huiswerk al gemaakt had.

Slide 3 - Sleepvraag

Samengestelde zinnen
Zo vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin: 
  • Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen
  • De werkwoorden die je van tijd kunt veranderen, zijn persoonsvormen

De werkwoorden die je niet kunt veranderen, zijn infinitieven, voltooide deelwoorden of onvoltooide deelwoorden 

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zinnen

De voetbaltrainer heeft besloten dat de trainer eerder stopt, omdat er al twee kinderen zijn geblesseerd.

Besloten en geblesseerd kun je niet van tijd veranderen; deze werkwoorden zijn in de zinnen dus geen persoonsvormen, maar voltooid deelwoorden. 

Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.

Slide 6 - Sleepvraag

Persoonsvormen in samengestelde zinnen

Juist spellen van de persoonsvormen:

  • controleer of het werkwoord een persoonsvorm is
  • kijk of het werkwoord in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt) staat
  • kijk naar het onderwerp om te zien of de pv enkelvoud (ev) of meervoud (mv) is
  • vul de juiste vorm van het werkwoord in


Slide 7 - Tekstslide

Thom eet chips, omdat hij dat lekker vindt.

Wat is/zijn de persoonsvorm(en)?
A
eet, omdat
B
Thom, hij
C
eet
D
eet, vindt

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht

Zet de persoonsvormen in de volgende zinnen in de tegenwoordige tijd.

Slide 9 - Tekstslide

De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Slide 10 - Open vraag

Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Slide 11 - Open vraag

Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Slide 12 - Open vraag

Dat zijn vader Wouts beltegoed (betalen), (vinden) ik maar vreemd.

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Slide 13 - Open vraag

Opdracht
Hoe schrijf je in de volgende zinnen het voltooid deelwoord?

Slide 14 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van het voltooid deelwoord:

Als het goed is, wordt het boek (bestellen).

Slide 15 - Open vraag


Noteer de juiste vorm van het voltooid deelwoord:

Wat is er vorige les (gebeuren)?

Slide 16 - Open vraag

Weet je nu:
- hoe je een persoonsvorm in een samengestelde zin kunt vinden?
- hoe je weet of iets een samengestelde zin is? 
- de juiste manier om een persoonsvorm in een samengestelde zin te spellen? 







Huiswerk: 
Spelling werkwoorden §11
Blz. 262, 263
  • Opdracht 1, 2, 3, 4

Slide 17 - Tekstslide