Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd
Werkwoordspelling
Doel van de les
Aan het eind van de les kun je de volgende dingen goed spellen:
de pv in de tegenwoordige tijd
de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden
voltooid deelwoorden
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling
Doel van de les
Aan het eind van de les kun je de volgende dingen goed spellen:
de pv in de tegenwoordige tijd
de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden
voltooid deelwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Werkwoorden kun je in 3 tijden schrijven:
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
ik vorm
Verleden tijd
ik-vorm + de(n)
ik-vorm + te(n)
Voltooide tijd
hebben / zijn
ge, be, ver, ont, her
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoorden in drie tijden
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd
Ik kook. Ik kookte. Ik heb gekookt.
De meisjes lopen. De meisjes liepen. De meisjes hebben gevoetbald.
Hij gaat. Hij ging. Hij is gegaan.
Slide 4 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd
Het gebeurt nu
Gebruik het werkwoord 'lopen' om te controleren hoe je het schrijft!
Slide 5 - Tekstslide
Mijn moeder (koken) elke avond.
A
kook
B
kookt
C
kookd
Slide 6 - Quizvraag
Het huis (branden) al een tijdje.
Slide 7 - Open vraag
Verleden tijd
Het is geweest
ik-vorm + de(n)
ik-vorm + te(n)
Slide 8 - Tekstslide
De meisjes (voetballen) elke week.
A
voetbalde
B
voetbalden
C
voetbalte
D
voetbalten
Slide 9 - Quizvraag
Mark (vluchten) voor zijn leven.
Slide 10 - Open vraag
voltooide tijd
Het is geweest
Altijd een werkwoord hebben of zijn
ge, be, ver, ont, her
Slide 11 - Tekstslide
U hebt een briefje (schrijven).
A
geschrijft
B
geschrijfd
C
geschreven
Slide 12 - Quizvraag
Wij hebben per trein (reizen).
Slide 13 - Open vraag
De lerares Nederlands ontleedt eerst een paar zinnen op het smartbord als voorbeeld.
________
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd
Slide 14 - Quizvraag
In de biologieles hebben we een kikker ontleed.
________
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd
Slide 15 - Quizvraag
Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)
Slide 16 - Open vraag
Verleden tijd:
branden
Slide 17 - Open vraag
In welke tijd staat het werkwoord?
De kip loopt naar het hok.
Slide 18 - Open vraag
In welke tijd staat het werkwoord?
In de winter sneeuwde het soms.
Slide 19 - Open vraag
In welke tijd staat het werkwoord?
De bakker bakt lekkere broodjes.
Slide 20 - Open vraag
In welke tijd staat het werkwoord?
De kinderen zijn naar school gefietst.
Slide 21 - Open vraag
Wat heb je geleerd vandaag?
Slide 22 - Open vraag
Huiswerk
Maak via Nieuw Nederlands het blokje taalverzorging over
tegenwoordige, verleden en voltooide tijd.
Succes!
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Klas 2 Blok 1 Spelling: Tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd
12 dagen geleden
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Klas 2 Blok 1 Spelling: Tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd
Februari 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
tegenwoordige-, verleden- en voltooide tijd
Maart 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Klas 2 Blok 1 Spelling: Tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd
September 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd
Februari 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
tegenwoordige-, verleden- en voltooide tijd
Maart 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
tegenwoordige-, verleden- en voltooide tijd
December 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
De spelling van de werkwoorden
Mei 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs