Beeldspraak en stijlfiguren (Taal 2 en 5)

Beeldspraak en stijlfiguren (Taal 2 en 5)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Beeldspraak en stijlfiguren (Taal 2 en 5)

Slide 1 - Tekstslide

Wat is synesthesie (in beeldspraak)?

Slide 2 - Open vraag

Noem voorbeelden van eufemismen

Slide 3 - Woordweb

Welke vorm van beeldspraak staat in onderstaande zin?
'Heb jij wiskunde al af?'

Slide 4 - Open vraag

Welke vorm van beeldspraak staat in onderstaande zin?
'We trotseerden de bittere kou om naar het schoolfeest te gaan.'

Slide 5 - Open vraag

Welke vorm van beeldspraak staat in onderstaande zin?
'Dat beest hoort in de gevangenis te zitten.'

Slide 6 - Open vraag

Welk stijlfiguur staat in onderstaande zin?
'Niet slecht, hoe je dat doelpunt scoorde.'

Slide 7 - Open vraag

Welke veelvoorkomende vergelijkingen ken je? Bijvoorbeeld: zo sterk als een beer

Slide 8 - Woordweb

Bedenk een vorm van 'synesthesie' waar het zintuig 'kijken' in voorkomt.

Slide 9 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je? En wat betekent deze?
'Ik ga even mijn neus poederen, maar ik ben zo terug.'

Slide 10 - Open vraag