In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Welkom 2E
Ga zitten volgens de plattegrond
timer
2:00
Pak jouw chromebook, etui en agenda
Leg jouw tas in de vakkenkast (108 en 111)
Log in op de lessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Regels
3 A's
Aandacht voor elkaar
Actief meedoen
Als ik praat……
Huiswerk of materiaal niet mee?
1 X = aantekening magister
2X = 20 min nablijven
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Feedback van jullie bespreken
Theoriekaart stroomkring
Aan de slag
Blooket
Afsluiten
Vandaag af:
Opdrachten stroomkring & stroom
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik feedback
Wat willen jullie meer:
leuke filmpjes
korte break (5 min) na een stuk uitleg
Wat al goed?
Veel aantekeningen (want daardoor snap je het)
Blooket Kahoot
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen deze les
Ik orden diverse apparaten met behulp van de energielabels en ik herken het verschil tussen 'nuttige' energie en 'toegevoerde' energie (rendement).
Ik beschrijf en gebruik spanningsbronnen als energiebron. Hierbij benoem ik wat lading is als drager/transporteur van energie en ik beschrijf een aantal toepassingen
Ik leg het verband tussen stroomsterkte en spanning uit met een model, bijvoorbeeld met het water kraan model.
Ik beschrijf het verschil tussen een serie- en parallelschakeling in een stroomkring. Hierbij leg ik het effect uit dat serie- en parallelschakelingen hebben op de stroomsterkte en spanning.
Slide 5 - Tekstslide
Stroomkring
Als jij iets elektrisch wilt laten werken heb je de volgende onderdelen nodig:
spanningsbron= een batterij, dynamo, accu, zonnecel of het stopcontact zijn.
De stroomdraadjes zijn gemaakt van koper (een metaal) en daaromheen een laagje kunststof.
Het elektrische apparaat (denk aan een lampje)
Deze onderdelen vormen samen een kring waardoor elektrische stroom kan rondstromen, een stroomkring. In een stroomkring stromen de elektronen altijd van de minpool naar de pluspool.
Slide 6 - Tekstslide
Stroomkring
Hieronder zie je hoe je zo'n stroomkring moet tekenen
Teken dit na!
Slide 7 - Tekstslide
Stroomkring
Slide 8 - Tekstslide
Serieschakeling
In een serieschakeling zien we alle lampjes op een rij staan.
Een voordeel is dan dat het weinig stroomdraad kost.
Een nadeel is dat wanneer 1 lampje stuk gaat, alle lampjes stuk gaan.
Slide 9 - Tekstslide
Stroomkring
Elektriciteit gebruik je om elektrische apparaten te laten werken zoals een lamp. Elektriciteit wordt vaak stroom genoemd. Als ergens elektriciteit doorheen loopt betekent dit, dat er elektronen door kabels en apparaten stromen. Deze dragen een elektrische lading met zich mee.
Elektronen = hele kleine energiepakketjes.
Het vermogen= hoeveel elektrische energie een apparaat in een seconde gebruikt. Het vermogen druk je uit in Watt (W).
De stroomsterkte = hoeveelheid elektronen. Stroomsterkte heeft de eenheid Ampère (A).
Spanning = de hoeveelheid energie die de elektronen hebben. Spanning heeft de eenheid Volt (V).
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Break time
5 min mini pauze
om je hoofd even leeg te maken!
timer
5:00
Slide 12 - Tekstslide
Is dit een parallelschakeling of een serieschakeling?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 13 - Quizvraag
Dit is een serieschakeling
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Is dit een parallelschakeling of een serieschakeling?
A
Parellelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 15 - Quizvraag
Aan de slag
Wat:
werkboekje vraag 1t/m 6 stroomkring
werkboekje vraag 1 t/m 6 stroom
Hoe lang?
18 min
Hierna bespreken we de opdrachten
timer
4:30
Klaar?
Bedenk 4 vragen (meerkeuze) over alle theorie tot nu toe behandeld
Slide 16 - Tekstslide
play.blooket.com
Slide 17 - Link
Huiswerk wo 20/09
4 meerkeuze vragen gemaild/al aan mij gegeven over alle theorie tot nu behandeld