H1 - zinsdelen

Goedemiddag klas 3TD
Wat gaan we doen?
-uitleg over zinsdelen
-aantekeningen maken
-zelfstandig oefenen
-5 check-out vragen







Wat is het lesdoel?
Na deze les kan ik:
- zinnen in zinsdelen verdelen
- kan ik zinsdelen benoemen.
donderdag 11 januari
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag klas 3TD
Wat gaan we doen?
-uitleg over zinsdelen
-aantekeningen maken
-zelfstandig oefenen
-5 check-out vragen







Wat is het lesdoel?
Na deze les kan ik:
- zinnen in zinsdelen verdelen
- kan ik zinsdelen benoemen.
donderdag 11 januari

Slide 1 - Tekstslide

herhaling

Slide 2 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
zinsdelen

Een zin kun je in verschillende stukjes verdelen. Deze stukjes noemen we zinsdelen. Een persoonsvorm is zo'n zinsdeel.


Slide 3 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn drie manieren om een persoonsvorm te vinden:

1. Zet de zin in een andere tijd.

2. Maak een vraagzin.

3. Zet de zin in een ander getal.

Slide 4 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
zinsdelen - hoe weet je waar de strepen komen?

1. Zoek de persoonsvorm en onderstreep die.

2. Zet zinsdeelstrepen voor en achter de persoonsvorm.

3. Verander de woordvolgorde van de zin. Elk stukje dat voor de persoonsvorm kan, is één zinsdeel. Zet dat deel tussen zinsdeelstrepen.

Slide 5 - Tekstslide

Welke zinsdelen moet je kennen?
PV
persoonsvorm
Maak de zin vragend, dan komt de PV naar voren.
Zet de zin in een andere tijd. Dan verandert de PV

WG
werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin. Let op:
-Soms hoort 'te' erbij.  (Ik lag te lezen).
-Soms wordt een WW gesplitst (Kijk maar goed uit)
O
Onderwerp
Wie/wat + WG  
Wie doet er iets in de zin?
(De zus van mijn vriend geeft een feestje.)

maak aantekeningen

Slide 6 - Tekstslide

vervolg
LV
lijdend voorwerp
Wat/ wie + WG + O
(De trainingen wil hij niet missen.)
(Ik heb die film op Netflix gezien.)
MV
meewerkend vw
Aan wie/ voor wie + WG + O + LV
(Hij geeft haar een boete.)
(Hij biedt het Rode Kruis zijn hulp aan)
BWB
Bijwoordelijke bepaling
Waar, wanneer of hoe heeft iets plaatsgevonden? (alles wat overblijft na het ontleden).
(Gister zag ik jou in de stad.)
(Met een harde klap kwam de auto tot stilstand tegen een boom.)

maak aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen - Neem deze zinnen over.
  1. Aan het eind van de les deelde hij ons chocolaatjes uit.
  2. Door de hitte had zijn traktatie gemakkelijk kunnen smelten.
  3. Vanmorgen heeft de jarige de rest van de chocola aan zijn beste vriend gegeven.
  • Onderstreep de PV
  • Zet de zinsdeelstrepen in de zinnen. 
  • Benoem het WG, O, LV, MV, BWB

Slide 8 - Tekstslide

Hallo 3TD
Wat gaan we doen?

-2 oefenzinnen klassikaal
-zelfstandig opdr. maken
-5 check-out vragen
-spel op vrijdag







Wat is het lesdoel?
Na deze les kan ik:
- zinnen in zinsdelen verdelen
- kan ik zinsdelen benoemen.
vrijdag 12 januari

Slide 9 - Tekstslide

korte herhaling





Gisteravond had je je bioscoopkaartje aan Mark moeten geven.
pv
WG
O
LV
MV
BWB
- daarna zinsdeelstrepen zetten 

Slide 10 - Tekstslide

Klassikaal zin 2 en 3
  1. Aan het eind van de les deelde hij ons chocolaatjes uit.
  2. Door de hitte had zijn traktatie gemakkelijk kunnen smelten.
  3. Vanmorgen heeft de jarige de rest van de chocola aan zijn beste vriend gegeven.
  • Onderstreep de PV
  • Zet de zinsdeelstrepen in de zinnen. 
  • Benoem het WG, O, LV, MV, BWB

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag 

Maken: opdracht 1 t/m 3 
blz. 30 en 31

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken 
opdr. 1 t/m 3


Gebruik voor het nakijken aan andere kleur.

Slide 13 - Tekstslide

Hij heeft een beker gewonnen.
Een beker is.....
A
O
B
LV
C
MV
D
BWB

Slide 14 - Quizvraag

Hij woont al jaren in de Buorren.
In de Buorren is...
A
BWB
B
LV
C
O
D
WG

Slide 15 - Quizvraag

Ze heeft tijdens de oorlog 20 mensen eten gegeven.
Wat is het MV?
A
Tijdens de oorlog
B
Ze
C
20 mensen
D
heeft gegeven

Slide 16 - Quizvraag

De beslissing van de scheidsrechter is niet betrouwbaar.
Wat is het Onderwerp?
A
is niet betrouwbaar
B
De beslissing
C
van de scheidrechter
D
De beslissing van de scheidsrechter

Slide 17 - Quizvraag

Hopelijk begint het hard te vriezen.
Wat is het WG?
A
begint
B
vriezen
C
begint te vriezen
D
begint vriezen

Slide 18 - Quizvraag

Spel op vrijdag
Ik ben ...
Ik woon in ...
Ik handel in ...

Slide 19 - Tekstslide

Fijn weekend en tot maandag!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Heb je nog                      vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag 
Maak opdracht 1 en 2 op het uitgedeeld papier. 
Gebruik het stappenplan op blz 223 als je zinsdelen moet benoemen. 

Klaar? Maak opdracht 3 en 4.


timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Heb je nog                      vragen?

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag 
Maak opdracht 3, 4 en 5. 

Leer schema op blz 223. 

Klaar? Lees verhaal 'de kick ' op blz 183

timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Heb je nog                      vragen?

Slide 38 - Tekstslide

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 39 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen: theorie op blz 223
Maken:  opdrachten uitgedeeld papier 

 

Slide 40 - Tekstslide

Maak een foto van je huiswerk!
(of van jezelf als je geen huiswerk hebt gemaakt...)

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide