T3- maandag 30 sept

T3- maandag 30 sept
Leestekens 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

T3- maandag 30 sept
Leestekens 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

  • Persoonsvorm in samengestelde zinnen
  • Kofschip -> gebruik je voor de verleden tijd 


Vandaag 

  • Korte terugblik vorige les
  • Leestekens. Welke zijn er en wanneer gebruik je ze?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
  • Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm:
Hij moet hard leren voor de toets.
  • Een samengestelde zin bestaat uit meer dan één zin. Elke zin heeft een eigen persoonsvorm.
Ik leer de toets, want ik wil graag een goed cijfer halen. 

Slide 3 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

Mijn broertje (brandde / brandden) bijna zijn vingers, toen hij de kaarsen (aanstak / aanstaken).
A
brandde / aanstak
B
brandde / aanstaken
C
brandden / aanstak
D
brandden / aanstaken

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

Wanneer mijn tante naar Amerika (verhuist / verhuisde), (neemt / nam) ze haar huisdieren mee.
A
verhuist / neemt
B
verhuist / nam
C
verhuisde / neemt
D
verhuisde / nam

Slide 5 - Quizvraag

Wat moeten we nog doen?
1.8 spelling: persoonsvorm in samengestelde zinnen, leestekens goed gebruiken
2.8 spelling: verschil tussen persoonsvorm en voltooid deelwoord, komma gebruiken, meervoud van zelfstandige naamwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Welke leestekens ken je?

Slide 7 - Woordweb

Leestekens
Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.
Er zijn veel verschillende leestekens.

Slide 8 - Tekstslide

Leestekens einde zin
Aan het eind van een zin zet je een punt, uitroepteken of vraagteken. 

Mijn broertje is geslaagd voor zijn eindexamen Nederlands. Weet je met welk cijfer? Een 10!

Slide 9 - Tekstslide

Leestekens dubbele punt 
Na een dubbele punt volgt een opsomming, uitleg of citaat. 

De app werkt als volgt: typ een unieke code in en je kaart wordt bezorgd. 

Slide 10 - Tekstslide

Leestekens aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruik je in citaten of om aan te geven dat je iets op een andere manier moet lezen. 

Mijn moeder zei: ''We eten vanavond stampot andijvie, want het is weer herfstachtig weer.''

Slide 11 - Tekstslide

Leestekens komma

Slide 12 - Tekstslide

Ik heb drie broers
Mo
Bashar en Tuu
Zet de goede leestekens in de zin
.
:
!
?
,

Slide 13 - Sleepvraag

Vul de juiste leestekens in op de juiste plaats.
Jullie zijn knap aan het werken             zegt de juf
'
'
,
!
:
.

Slide 14 - Sleepvraag

Op de weg ligt een grote
Wat een weer
dikke tak
Zet de goede leestekens in de zin
Mo valt van zijn fiets  
.
:
!
?
,

Slide 15 - Sleepvraag

wat doe jij hier in spanje
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
.
?
!
,
HOOFD-
LETTER

Slide 16 - Sleepvraag

Huiswerk


1.8 spelling opdracht 7, 8 en 9

Slide 17 - Tekstslide