Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2.1 Pv, gez en ond
Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Grammatica en spelling
HOOFDSTUK 2 Zinsdelen en zinnen
2.1 Persoonsvorm, gezegde en onderwerp (B-boek, blz. 152)
2.2 Lijdend en meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling
2.3 Enkelvoudige en samengestelde zinnen.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Je herkent de persoonsvorm en de zinsdelen gezegde en onderwerp.
Slide 3 - Tekstslide
Zinsdelen
Vandaag krijgen de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Hoeveel verschillende zinnen kun je met bovenstaande zin maken?
de woorden die bij elkaar blijven staan, vormen samen 1 zinsdeel
Slide 4 - Tekstslide
(bijna) elk zinsdeel benoemen
vandaag
krijgen
de nieuwe medewerkers
hun bedrijfskleding
Slide 5 - Tekstslide
Persoonsvorm (pv)
Je hebt eerst de persoonsvorm nodig. Die vind je door de zin in een andere tijd te zetten.
Het werkwoord dat van tijd verandert, is de persoonsvorm.
Vandaag
krijgen
de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Vandaag
kregen
de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm
Ruben
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 7 - Sleepvraag
Gezegde (gez)
Het gezegde bestaat uit
de persoonsvorm en alle andere werkwoorden
in de zin.
Stefan
eet
vaak hamburgers.
Stefan
heeft
vaak hamburgers
gegeten
.
Amal
heeft
van zijn spaargeld een nieuwe scooter
kunnen kopen
.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is in deze zin het gezegde?
Onderweg zijn veel treinreizigers aan het whatsappen.
A
onderweg
B
zijn aan het whatsappen
C
zijn
Slide 9 - Quizvraag
Wat is in deze zin het gezegde?
Ik zoek de gegevens van dat bedrijf op.
A
ik
B
zoek
C
zoek op
D
de gegevens
Slide 10 - Quizvraag
Onderwerp (ond)
Het onderwerp vind je door te vragen:
wie/wat + gezegde?
Vandaag krijgen de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Wie krijgen?
de nieuwe medewerkers
Slide 11 - Tekstslide
Wat is in deze zin het onderwerp?
Dat bouwbedrijf is aan het reorganiseren
A
is
B
bouwbedrijf
C
is aan het reorganiseren
D
dat bouwbedrijf
Slide 12 - Quizvraag
Aan de slag
De tekst komt uit je boek 'Ontvangst en opslag'.
Onderstreep de pv.
Zet een rondje om het ow
Zet een golfje onder het gez.
KLAAR?
Grammatica 2.1: opdracht 4, 6 en de online extra opdrachten
timer
20:00
Slide 13 - Tekstslide
Hoe vind je een bepaald zinsdeel?
zin in een andere tijd zetten
alle werkwoorden in de zin
wie/wat + gez
persoonsvorm
gezegde
onderwerp
Slide 14 - Sleepvraag
tot de volgende les
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1.2 Zinsdelen 3F
Februari 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
28-9-22 1.2 Zinsdelen 3F
September 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
3CW4D 3CW1D 26 sept 28 sept
September 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 2F
Juni 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
14-9-23 1.1 Woordsoorten afmaken en 1.2 Zinsdelen
September 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 3F
September 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 3F 2MT1D/2D 14 en 21 maart
Maart 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm, gezegde en aangepast
November 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1