Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 2F
Nederlands
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Waar gaat deze les over denk je?
Slide 2 - Tekstslide
1. Grammatica
Hoofdstuk 1.1 Woordsoorten (blz. 258 e.v.)
Hoofdstuk 1.2 Zinsdelen (blz. 266 e.v.)
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Je herkent verschillende woordsoorten.
Je weet wat de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde in de zin is.
Slide 4 - Tekstslide
Werkwoorden
1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord
Slide 5 - Tekstslide
De persoonsvorm (pv)
In elke zin staat een persoonsvorm.
De pv kan van tijd veranderen. Het werkwoord dat van tijd verandert, is de persoonsvorm.
Maak van de zin een vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
De jongen
fietst
naar school.
De jongen
fietste
naar school.
Slide 6 - Tekstslide
Infinitief (inf)
De infinitief is het
hele werkwoord
.
Matthijs wil zijn theorie-examen de eerste keer
halen
.
Jasper gaat om 12 uur
lunchen
Slide 7 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord (vd)
Vandaag hebben we hard
gewerkt
.
Het bedrag wordt zo snel mogelijk
overgemaakt
.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de pv in deze zin?
Je kunt een nieuw vervoersbewijs aanvragen op de website.
Slide 9 - Open vraag
Wat is de infinitief in deze zin?
Je kunt een nieuw vervoersbewijs aanvragen op de website.
Slide 10 - Open vraag
Wat is de pv in deze zin?
Wegens ziekte heb ik de aanvraag uitgesteld.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het vd in deze zin?
Wegens ziekte heb ik de aanvraag uitgesteld.
Slide 12 - Open vraag
Aan de slag 1.1
We lezen samen alinea 1 en 2 van blz. 82 uit boek ''Orders verzamelen en verzenden"(kopie)
Onderstreep de persoonsvorm en het gezegde
Zet een rondje om het voltooid deelwoord
Zet een golfje onder de inf. (hele werkwoord)
Doe dit nu ook zelfstandig voor de rest van blz. 8
KLAAR?
Maak van Taalverzorging-1 Grammatica 1.1 (opdracht 1 en 2), blz 259
timer
30:00
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
1.2 Zinsdelen
Zinnen kun je verdelen in zinsdelen.
Een zinsdeel kan uit één woord of woordgroep bestaan.
We oefenen met de zinsdelen:
Persoonsvorm
Gezegde
Onderwerp
Slide 15 - Tekstslide
Zinsdeel benoemen
Gisteren heeft Joost zijn bedrijfskleding gekregen.
Welk zinsdeel is:
Persoonsvorm
Gezegde
Onderwerp
Slide 16 - Tekstslide
Persoonsvorm (pv)
Je hebt eerst de persoonsvorm nodig. Die vind je door de zin in een andere tijd te zetten.
Het werkwoord dat van tijd verandert, is de persoonsvorm.
Het werkwoord dat vooraan komt te staan, wanneer je er een vraagzin van maakt, is de persoonsvorm
Vandaag
krijgen
de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Vandaag
kregen
de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm
Ruben
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 18 - Sleepvraag
Gezegde (gez)
Het gezegde bestaat uit
de persoonsvorm en alle andere werkwoorden
in de zin.
Stefan
eet
vaak hamburgers.
Stefan
heeft
vaak hamburgers
gegeten
.
Amal
heeft
van zijn spaargeld een nieuwe scooter
kunnen kopen
.
Slide 19 - Tekstslide
Wat is in deze zin het gezegde?
Onderweg zijn veel treinreizigers aan het whatsappen.
A
onderweg
B
zijn aan het whatsappen
C
zijn
D
veel treinreizigers
Slide 20 - Quizvraag
Wat is in deze zin het gezegde?
Ik zoek de gegevens van dat bedrijf op.
A
ik
B
zoek
C
zoek op
D
de gegevens
Slide 21 - Quizvraag
Onderwerp (ond)
Het onderwerp vind je door te vragen:
wie/wat + gezegde?
Vandaag krijgen de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Wie krijgen?
de nieuwe medewerkers
Slide 22 - Tekstslide
Wat is in deze zin het onderwerp?
Dat bouwbedrijf is aan het reorganiseren.
A
is
B
bouwbedrijf
C
is aan het reorganiseren
D
dat bouwbedrijf
Slide 23 - Quizvraag
Aan de slag 1.2
Lees nu blz. 82 uit je boek "Orders verzamelen en verzenden, alinea 3, 4 en 5
Onderstreep de persoonsvorm.
Zet een rondje om het onderwerp
Zet een golfje onder het gezegde
KLAAR?
Maak online van Taalverzorging-1 Grammatica-1.2 Zinsdelen
opdracht 2 en 3, blz 267, 268
timer
20:00
Slide 24 - Tekstslide
Nakijken 1.2 zinsdelen
Grammatica 1.2 zinsdelen
hier antwoorden plakken van opdracht 2 en 3
1.2 Zinsdelen
Slide 25 - Tekstslide
Pak een wisbordje
"Goederen gaan, nadat ze zijn geproduceerd, bijna nooit rechtstreeks naar de eindgebruikers."
Welke PV's herken je?
Welke onderwerpen herken je?
Welk hele werkwoord(en) staan er in deze zin?
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Slide 26 - Tekstslide
Duim omhoog?
Ik weet hoe ik de pv uit een zin kan halen.
Slide 27 - Tekstslide
tot de volgende les
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3CW4D 3CW1D 26 sept 28 sept
September 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 3F 2MT1D/2D 14 en 21 maart
Maart 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 3F
September 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
14-9-23 1.1 Woordsoorten afmaken en 1.2 Zinsdelen
September 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Het werkwoordelijk gezegde B1
Februari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2.1 Pv, gez en ond
September 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 28/ les 5: het gezegde in een zin onderzoeken
Januari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs