bkth H3 lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

H3 Lezen

Aan het eind van deze paragraaf: 

- herken je de opbouw van een tekst;

- kun je kernzinnen in alinea's aanwijzen;

- kun je hoofd- en bijzaken onderscheiden;

- kun je signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven. 

Weet je nog?

Wat is het onderwerp van een tekst?

Wat zijn deelonderwerpen?

Welke signaalwoorden horen bij het verband: opsomming?

1. Ook, maar, omdat
2. Als eerste, bovendien, verder
3. En, want, of
4. Maar, want, omdat

Wat is het verschil tussen feiten en meningen?

Opdracht 6, 7, 8 en 9.

Zo formuleer je een hoofdgedachte:

1. Zoek het onderwerp van de tekst.

2. Bedenk wat het belangrijkste is wat de schrijver over het onderwerp zegt.

3. Combineer het onderwerp en de belangrijkste mededeling tot 1 zin.

Signaalwoorden: tegenstelling

.

.

.

.

.

.

Maak opdracht 13 en 14.