4.4 Momenten les 2

H4natk5 maandag 23 maart
Goedemorgen allemaal! 
De zon schijnt en de lente is begonnen :)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4natk5 maandag 23 maart
Goedemorgen allemaal! 
De zon schijnt en de lente is begonnen :)

Slide 1 - Tekstslide

4.4 Momenten
  • Vorige les besproken:
  • We tekenen niet meer alle krachten vanuit hetzelfde punt.
  • Het aangrijpingspunt van de kracht is nu belangrijk.
  • Het moment (de 'draaikracht') is kracht x arm (in Nm).
  • De arm staat loodrecht op de werklijn van de kracht. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

LessonUP
Ga met je telefoon naar www.lessonup.app
en log in met de code linksonder 

Slide 4 - Tekstslide

20a. Het moment van F1 is
A
0 M
B
0 Nm
C
15 Ncm
D
15 Nm

Slide 5 - Quizvraag

20a. Het moment van F2 is
A
0,4 M
B
0,40 Nm
C
40 Nm
D
4 Nm

Slide 6 - Quizvraag

20a. Het moment van F3 is
A
19,5 M
B
15 Nm
C
19,5 Nm
D
1,5 Nm

Slide 7 - Quizvraag

20a. Het moment van F4 is
A
45 M
B
63 Nm
C
30 N
D
45 Nm

Slide 8 - Quizvraag

20b. Sleep:
Rechtsom
Linksom
Geen draaiing
F 1
F 2
F 3
F 4

Slide 9 - Sleepvraag

21. Zet in de goede volgorde.
Het grootste moment rechts

Slide 10 - Sleepvraag

22a. De kracht op de brug in punt D veroorzaakt een moment. Waar zit het draaipunt van dit moment?

Slide 11 - Open vraag

22a. Waar zit het draaipunt van het moment in A?

Slide 12 - Open vraag

22a. Waar zit het draaipunt van het moment in B?

Slide 13 - Open vraag

22b. Sleep:
Rechtsom
Linksom
Geen draaiing
A
B
C

Slide 14 - Sleepvraag

22c. Het moment in A is even groot als het moment in B.
Is de kracht in A groter of kleiner dan de kracht in B? Waarom?

Slide 15 - Open vraag

22c. Het moment in A is even groot als het moment in B. 
Is de kracht in A groter of kleiner dan 
de kracht in B? Waarom? 
  • Moment = kracht x arm
  • De arm van A is groter, dus de kracht is kleiner.

Slide 16 - Tekstslide

22d. De kracht in B is even groot als de kracht in D. Is het moment in B groter of kleiner dan het moment in D? Waarom?

Slide 17 - Open vraag

22d. De kracht in B is even groot als de kracht in D. Is het moment in B groter of kleiner dan het moment in D? Waarom? 
  • Moment = kracht x arm. 
  • De arm in B is kleiner, dus het moment is kleiner.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk 
Vrijdag: Opgaven 23-24-25

Slide 19 - Tekstslide