Quiz- Les en leidinggeven

Quiz LLT

Wat heb je geleerd de afgelopen Periode? 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LLTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Quiz LLT

Wat heb je geleerd de afgelopen Periode? 

Slide 1 - Tekstslide

de theorie van les en leidinggeven noemen wij didactiek
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

welke onderdelen beschrijf je bij de beginsituatie?
A
Randvoorwaarden, doelstelling, conclusies
B
Motorisch, cognitief en sociaal affectief gedrag doelgroep
C
De bewegingsvormen, organisatie en lesopbouw

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn 3 voorbeelden van motorisch gedrag?
A
Kennis hebben, feedback ontvangen, kennis van het lichaam.
B
Samenwerking, bal werpen, luisteren naar elkaar.
C
Koprol maken, sprinten, smashen met volleybal

Slide 4 - Quizvraag

Motorisch
Sociaal Affectief
Cognitief

Slide 5 - Sleepvraag

Wat zijn 3 voorbeelden van sociaal affectief gedrag?
A
Buitenspel bij voetbal, boos worden, overspelen
B
Opgooien handstand, vanghulp verlenen, bal vangen
C
Coachen medespelers, motiveren deelnemers, feedback geven

Slide 6 - Quizvraag

Zoek een afbeelding waarbij je een motorisch aspect laat zien.

Slide 7 - Open vraag

Als je een beginsituatie van de groep omschreven hebt....
A
hoef je die voor een volgende training niet aan te passen.
B
moet je die voor de volgende training weer aanpassen

Slide 8 - Quizvraag

Welke volgorde is juist voor het planmatig werken?
A
plannen/ voorbereiden- evalueren- uitvoeren
B
evalueren- plannen/ voorbereiden- uitvoeren
C
plannen/ voorbereiden- uitvoeren- evalueren
D
uitvoeren- evalueren- plannen/ voorbereiden

Slide 9 - Quizvraag

Hoe is een standaard les/ training opgebouw? 3 delen

Slide 10 - Open vraag

een slechte organisatie
kan leiden tot:

Slide 11 - Woordweb

Doelstelling
Evaluatie
Beginsituatie
Les/training
Werkvormen
Lesopbouw
Organisatie
Bewegings- vormen

Slide 12 - Sleepvraag

wat zijn de voorwaarden om een goede doelstelling te formuleren
A
Maakt niet uit, als er maar iets staat over wat je wilt
B
Aantal deelnemers beschrijven, randvoorwaarden benoemen
C
Bewegingsvorm benoemen, waarneembaar eindgedrag beschrijven
D
Voorwaarden en omstandigheden, kwaliteit/kwantiteit

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de functies van een warming up?
A
Pedagogisch, didactisch en sociaal.
B
Pedagogisch, fysiologisch en psychologisch
C
Motorisch, psychologisch en fysiek.

Slide 14 - Quizvraag

Welke functie heeft "het opwarmen van het lichaam"?
A
Fysiologisch
B
Pedagogisch
C
Psychologisch

Slide 15 - Quizvraag

Welke 3 fases zijn er voor de organisatie van een spel?
A
voor, tijdens en na het spel
B
lesvoorbereiding, het spel stil leggen, uitslag bekent maken
C
inleiding, kern en afsluiting
D
deelnemers, veld en tijd

Slide 16 - Quizvraag

in de kern van een training gaat het om aanleren, verbeteren en toepassen van bewegingsvormen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

0

Slide 18 - Video

Wat is de kern van deze les, de video waar je naar hebt gekeken?
A
verkennen van de hindernissen
B
spelen van een spel
C
warm worden
D
afsluiting van de les

Slide 19 - Quizvraag

Waar hoort het bij?
warming up
Kern
afsluiting
rek en strek oefeningen
aanleren van een koprol
nabespreking
materialen opruimen
tussentijds evalueren

Slide 20 - Sleepvraag

Wat betekent differentiëren?
A
op eigen niveau kunnen oefenen
B
verschillende onderdelen aanbieden
C
de training planmatig voorbereiden
D
groepen maken

Slide 21 - Quizvraag

Welke 6 W zijn er voor aanpassen en veranderen van je training?

Slide 22 - Open vraag

Zoek een afbeelding waarop een frontrij opstelling te zien is.

Slide 23 - Open vraag

Waarom evalueren wij een les/ training?
A
om te bekijken hoe een les verloopt
B
om te bekijken of resultaat is behaald
C
om een les goed te beeindigen
D
om te zien of de organisatie nog klopt

Slide 24 - Quizvraag

waar staat PDCA voor
A
plan- do-check- act
B
plaatje- doen-controleer- afsluiten
C
praatje- denken- concentreren- aanval
D
plaatje- daadje-concentreren- afsluiten

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van product evaluatie?
A
afstand meten bij verspringen
B
goede pass geven
C
verloop van de training
D
de lesgever beoordelen

Slide 26 - Quizvraag

een kwantitatieve productevaluatie is altijd uitgedrukt in een getal
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

een voorbeeld van een kwalitatieve product evaluatie
A
afstand meten bij hoogspringen
B
de bal op de wreef aannemen
C
de push up technisch correct uitvoeren
D
de push up 30 x uitvoeren binnen bepaalde tijd

Slide 28 - Quizvraag