Taalverzorging L1C

Taalverzorging L1C
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging L1C

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
"Volgende week ga ik op vakantie."
A
Volgende week
B
ga
C
ik
D
op vakantie

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

"De toiletten op school worden morgen verbouwd."
A
Op
B
worden verbouwd
C
worden
D
op school

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in onderstaande zin?

"Na school ga ik naar het voetbalveld."
A
Na school
B
ga
C
ik
D
voetbalveld

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in onderstaande zin?
"Mijn oma geeft mij vaak een euro."
A
Mijn oma
B
geeft
C
Mij
D
een euro

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste vraag om het onderwerp te vinden?
A
Wie/waar + de persoonsvorm
B
Waar/wat + de persoonsvorm
C
Wie/wat/waar + de persoonsvorm
D
Wie/wat + de persoonsvorm

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het gezegde in onderstaande zin?

"Ik heb morgen een feestje"
A
Heb
B
ik heb
C
heb een feestje
D
er is geen gezegde

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gezegde in onderstaande zin?

"Van mijn vader mag ik geen Roblox spelen."
A
Van mijn vader
B
mag
C
mag spelen
D
mag geen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het gezegde in onderstaande zin?

"Mijn oudste zus leest mij elke avond voor."
A
Leest
B
Leest voor
C
leest mij voor
D
Leest elke avond

Slide 9 - Quizvraag

De tijd van een zin 
Aan de persoonsvorm van de zin kun je zien in welke tijd de zin staat. 

Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, staat de hele zin in de tegenwoordige tijd. 
Als de persoonsvorm in de verleden tijd staat, staat de hele zin in de verleden tijd. 

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Gisteren heb ik vals gespeeld.
Gisteren heeft mijn vader met mijn tante gedamd.

Dit is gisteren gebeurd, maar de persoonsvormen zijn tegenwoordige tijden. Dus de zinnen staan in de tegenwoordige tijd.


Slide 11 - Tekstslide

Verleden tijd
Gisteren had ik vals gespeeld.
Gisteren had mijn vader met mijn tante gedamd. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Perron 2 taalverzorging:
- Opdracht 12, 13 en 14


Slide 13 - Tekstslide