Romantiek en realisme

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De maatschappij verandert snel begin 19e eeuw. Waardoor?
A
industrialisatie
B
vrijheid van onderwijs
C
vrijheid van meningsuiting
D
A,B, C en ook nog vrijheid van godsdienst

Slide 3 - Quizvraag

Door de industrialisatie ontstaat er een vlucht ...
A
uit het land
B
uit de stad
C
uit de realiteit
D
uit de techniek

Slide 4 - Quizvraag

1848 is een belangrijk voor de Nederlandse staat. Waarom?
A
Eindelijk onderwijs voor iedereen
B
Eindelijk werd kinderarbeid verboden
C
De macht kwam meer bij het kabinet en het parlement te liggen
D
We hadden eindelijk ook een stoomtrein

Slide 5 - Quizvraag

1839

1848


1874


1900
De eerste stoomtrein rijdt van Amsterdam naar Haarlem
Invoering Grondwet waardoor de koning minder macht kreeg. Thorbecke is de ontwerper 
Kinderwetje van Van Houten. Kinderen tot 12 jaar mogen niet in de fabriek werken
leerplicht voor 7- tot 12-jarigen

Slide 6 - Tekstslide

Welke twee Duitse begrippen behoren bij de romantiek en wat betekenen ze?

Slide 7 - Open vraag

Welke literaire uitingen horen bij de romantiek
A
sprookjes, historische romans, moraliserende gedichten
B
sprookjes, briefromans, kindergedichtjes
C
sprookjes. historische romans, griezelroman
D
sprookjes, science-fiction, imaginaire reisverhalen

Slide 8 - Quizvraag

Stelling: Realisme is een reactie op de romantiek
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Wat is literair gezien de grootste verandering t.o.v. de literatuur in de 19e eeuw
A
het moraliseren komt op
B
de creativiteit wordt gewaardeerd
C
de natuur speelt eindelijk een rol
D
de wetenschap wordt verbonden met de letterkunde

Slide 10 - Quizvraag

Wie behoort er bij de humoristen?
A
Willem Bilderdijk
B
Eduard Douwes Dekker
C
Nicolaas Beets
D
Francois HaverSchmidt

Slide 11 - Quizvraag

realisme
de kunstenaars vluchten niet meer uit de werkelijkheid, maar verbeelden het alledaagse.

19e eeuw is vaak mengeling van romantiek en realisme in de Nederlandse literatuur

Slide 12 - Tekstslide

  1. Bilderdijk is een romanticus
  2. creativiteit (een gave)wordt nu meer gewaardeerd dan imitatie of navolging
  3. nut, aangenaam maar ook het goddelijke = verbindende kracht die er tussen alle verschijnselen zou zijn
 

de kunstenaar bemiddelt tussen dat goddelijke en de gewone mens. Kunst laat de werkelijke waarheid zien.
4. originaliteit is nu van groot belang. Griekse goden waren niet langer in. De natuur gaf nieuwe beeldspraak.

Slide 13 - Tekstslide

Nicolaas Beets
pseudoniem: Hildebrand
Camera Obscura (1839)

geschreven portretten met veel observaties en meningen van de schrijver.

Slide 14 - Tekstslide

Piet Paaltjens
romanticus 
Snikken en grimlachjes (1867)
alterego van Francois HaverSchmidt? Hij verdwijnt tussen twee biljarten in de studentensociëteit 

Slide 15 - Tekstslide

Humoristen
Klikspaan: Studententypen/ studentenleven

de schoolmeester
dierengedichten die didactisch van aard zijn
Ze zijn meer  realistisch

Slide 16 - Tekstslide

Waar maakte Eduard Douwes Dekker zich druk over? Noem minstens twee zaken

Slide 17 - Open vraag

zie p. 42-45 Roze boekje
1. de politiek
2. de toestand van de arbeiders
3. de emancipatie van de vrouw
4. de godsdienst

Slide 18 - Tekstslide