Meervoud 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

MEERVOUD 2

Wat weet je al:

Het meervoud maak je meestal door  -en   -s  of  's achter een woord te zetten. (boeken, tafels, taxi's)

Soms moet je een klinker weglaten (aap - apen), of een medeklinker erbij doen (grap - grappen)

Let op!

Bij veel woorden die eindigen op een "f", verandert de "f" in het meervoud in een "v" (wolf-wolven, neef-neven)

Bij veel woorden die eindigen op een "s", verandert de "s" in het meervoud in een "z" (saus-sauzen, reus-reuzen.)

Wat is het meervoud van "roos"?

Wat is het meervoud van "kaas"?

Wat is het meervoud van "vis"?

Wat is het meervoud van "poes"?

Wat is het meervoud van "duif"?

Wat is het meervoud van "staaf"?

Wat is het meervoud van "paraplu"?

Wat is het meervoud van "kanarie"?

Wat is het meervoud van "radio"?

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.

Noem een verbeterpunt voor deze les.